'Houd moordenaars voor altijd weg bij nabestaanden'
Daders van moord of doodslag komen na het uitzitten van hun straf weer terug in de maatschappij, en vaak in dezelfde buurt als waar de nabestaanden wonen. Veel nabestaanden hebben het er moeilijk mee dat ze op straat of in de winkel oog in oog kunnen komen te staan met de dader.
Slachtofferhulp onderzoekt daarom of daders van levensdelicten een woonverbod kan worden opgelegd. In het AD pleit de Landelijke Organisatie voor Nabestaanden Geweldslachtoffers (LOVNG) ervoor dat daders kunnen worden verplicht om ergens anders te gaan wonen.
Daders en slachtoffers vaak bekenden
Volgens Slachtofferhulp is het een lastig probleem, omdat een dader als z'n straf erop zit moet resocialiseren in zijn oude omgeving. Bij levensdelicten zijn de meeste daders en slachtoffers bekenden van elkaar en bewegen ze zich in de dezelfde sociale kringen.
Jack Keijzer van de LOVNG zegt in het AD: "Het veroorzaakt veel leed en een permanent onrustig gevoel. In België zijn er wel mogelijkheden voor een permanent woonverbod, wij willen dat in Nederland ook."
Overigens kent Nederland wel het gebiedsverbod, maar dat geldt voor een beperkte tijd. Als die periode afloopt, mogen daders weer gaan en staan waar ze willen.
Nergens meer welkom?
Ook Reclassering Nederland erkent dat het een probleem is. In het NOS Radio 1 Journaal bevestigt directeur Sjef van Gennip dat de huidige mogelijkheden beperkt zijn. Zolang iemand onder toezicht staat van de reclassering kan die via een enkelband in de gaten worden gehouden, maar die periode is beperkt tot meestal twee of drie jaar.
Van Gennip heeft bedenkingen bij een woonverbod: "Als reclassering gaan we altijd met veroordeelden in gesprek over de gevoeligheden rond het terugkeren op de plek waar ze slachtoffers gemaakt hebben. Sommige mensen snappen dat en zoeken naar andere woonruimte, maar je kunt het niet afdwingen."
Bovendien ziet hij een risico bij een woonverbod voor daders van levensdelicten: "Realiseer wel dat er voor die mensen echt een alternatief moet zijn, want we kennen allemaal de verhalen van zedendelinquenten die nergens meer welkom zijn. Die lopen overal en nergens rond zonder dat daar toezicht op is. Dat moeten we wel voorkomen."