Vrijwillig als mentor iemand helpen: 'alleen is toch maar een saai bestaan'
"Een grote hulp". Zo noemt de Ridderkerkse Trijntje van Oosterhout (88) haar mentor Anne Marie van der Mos (74). Zij is geen dochter van Van Oosterhout en ook geen familie. Ze is een mentor, een wettelijk vertegenwoordiger van iemand voor verpleging, verzorging of begeleiding. Alleen al in de omgeving van Rotterdam zijn er meer dan tweehonderd van.
Van Oosterhout woont alleen in Ridderkerk. Ze is licht dementerend en woont in een aanleunwoning bij een verzorgingshuis. Wie Van der Mos is weet ze, ondanks haar lichte dementie, heel goed. Van Oosterhout heeft wel kinderen die kunnen helpen, maar die ziet ze niet zo vaak. Mentaal gaat het prima met haar, maar fysiek niet. Ze slikt pillen voor haar hart en heeft astma en bronchitis.
Als mentor probeert Van der Mos de eenzaamheid van mevrouw Van Oosterhout wat te verlichten. Ze doet het vrijwillig. Jarenlang zorgde ze voor een oude oom. "Daarna voor mijn moeder, voor mijn partner. En ik dacht: ja, waarom zou ik het niet voor een ander doen?", zegt ze in het radioprogramma Nieuws en Co. "Ik ken haar nog niet zo lang. Maar er is wel vertrouwen. Ik krijg de verhalen van vroeger, over haar man. Dat is prima. Dat kan ze dan bij iemand kwijt. Het is alleen toch maar een saai bestaan."
Geen familie
Een mentor is geen familie. Hij of zij wordt aangesteld door de rechter, voor mensen die zelf niet helemaal wilsbekwaam meer zijn. "Ze is een hulp, een grote hulp", zegt Van Oosterhout. "Ik heb wel twee dochters en een zoon. Maar hij komt niet meer, en de twee meiden wonen ver weg."
Van der Mos komt daarom iedere veertien dagen langs. Voor een goed gesprek, een kopje koffie of thee. Onlangs bezochten ze samen het graf van de overleden man van Van Oosterhout. "Anne Marie als mentor hebben is geweldig", zegt ze. "Duizend procent geweldig. Je hebt een stok achter de deur. Als er iets is, hoef ik maar te bellen. Ik ben heel blij met haar."