Hulpverlener vanuit Jemen: bijna niemand wil hier meer werken
Een totaal gebrek aan medische voorzieningen, elektriciteit en functionerende waterleidingen, plus een haperend systeem van de vuilnisophaaldienst: het is een dodelijke cocktail voor Jemen, dat door oorlog en cholera wordt geteisterd. Iedere dag worden er zo'n 5000 mensen in Jemen besmet met een ziekte, dat is ongeveer een kind per minuut, zegt Unicef.
Marije Broekhuijzen werkt als coördinator voor de hulporganisatie en is sinds een paar dagen weer terug in het land. "De situatie is nog slechter dan toen ik hier wegging, een week of twee geleden. De rek is er een beetje uit", vertelt ze in het NOS Radio 1 Journaal.
Er is geen schoon water meer in het land, zegt Unicef. De landbouw wordt besproeid met water uit het riool, waar cholera inzit. "Bovendien is Jemen natuurlijk verscheurd door heftige oorlog. Er is te weinig eten en drinken, mensen zijn verzwakt. Daardoor zijn ze veel vatbaarder."
Zeep
De afgelopen week is zo'n 36.000 kilo aan hulpgoederen en waterzuiveringsproducten aangekomen. "We proberen te zorgen dat de mensen schoon water hebben en zeep hebben om hun handen te wassen. En ook dat mensen die ziek zijn de zorg krijgen die ze nodig hebben."
Meer dan de helft van de ziekenhuizen in Jemen is op dit moment dicht. Unicef heeft daarom speciale cholera-centra opgericht waar medicijnen beschikbaar zijn.
In het land woedt al jaren een bloedige oorlog tussen sjiitische Houthi-rebellen en soennitische regeringstroepen. En een internationale troepenmacht, onder leiding van Saudi-Arabië, voert regelmatig bombardementen uit op het land.
De oorlog en cholera-epidemie maken de hulpverlening in het land steeds moeilijker en een aantal medewerkers van hulporganisaties is zelf ook besmet geraakt. Hoe voorkomt Broekhuijzen dat ze ziek wordt? "Ja, je moet goed oppassen. Zelf heb ik een waterzuiveringsapparaatje in gebruik, zodat ik zeker weet dat het water dat ik drink veilig is."
In zulke moeilijke omstandigheden werken, is niet makkelijk en veel journalisten vinden Jemen te gevaarlijk om naartoe te gaan. Zelf denkt Broekhuijzen er geen moment aan om de handdoek in de ring te gooien. "Bijna niemand wil hier werken, maar ik denk dat daarom juist zo nodig is dat we hier zijn. Het is fijn dat je een kind kan helpen, dat je kunt zorgen dat een kind beter wordt of voorkomen dat ze ziek wordt. Je ziet direct waarvoor je hier bent."