Camera's verboden? Dan stuurt CNN een tekenaar naar het Witte Huis

Omdat camera's niet waren toegestaan heeft CNN gisteren een tekenaar naar een persconferentie van het Witte Huis gestuurd. Het wordt gezien als een ludiek protest van de nieuwszender tegen de manier waarop de pers wordt behandeld.

Het was de derde keer deze week dat woordvoerder Sean Spicer video-opnames verbood bij zijn gesprek met de pers. Audio-opnames waren wel toegestaan, maar die mochten niet live worden uitgezonden.

De nieuwszender besloot Bill Hennessy te sturen om verslag te doen. Hij maakte eerder rechtbanktekeningen voor CNN en leverde ook illustraties van de Clinton-impeachment en de terrorismeverhoren op Guantánamo Bay, waar eveneens geen camera's waren toegestaan.

Hennessy tekende Sean Spicer tijdens zijn gesprek met de pers, omringd door journalisten die hun hand opsteken om een vraag te stellen. Op de tekening zijn ook camera's van de media te zien die uitgeschakeld moesten worden. De zender stelde de tekening kosteloos beschikbaar aan andere nieuwsorganisaties.

In het verleden mochten persconferenties van de Witte Huis-woordvoerder bijna altijd uitgezonden worden. Onder Trump wordt die vrijheid regelmatig ingeperkt. Ook zijn er minder gesprekken met de pers en zijn ze korter.

"De woordvoerder van het Witte Huis wordt steeds nuttelozer", verzuchtte CNN-correspondent Jim Acosta eerder. "Als hij niet op camera vragen wil beantwoorden, waarom houden we deze bijeenkomsten dan nog?" De White House Correspondents' Association heeft protest aangetekend tegen de inperkingen.

Veel politiek journalisten kunnen wel lachen om de truc van CNN. Website Huffington Post meent dat CNN het Witte Huis "hilarisch getrold heeft". The Washington Post stelt dat het publiek nu in ieder geval weet dat het Witte Huis de toegang voor de pers beperkt.

"Teken me als een van je Franse correspondenten", grapt een Witte Huis-correspondent met een knipoog naar Titanic. "Zo ziet een persconferentie er ineens uit als een rechtszaak", lacht een verslaggever van The Washington Post.

Spicer zelf relativeert het protest van de media. "Of het op televisie wordt uitgezonden moet niet het belangrijkste zijn."