Herman Gordijn: de perfectie van het niet-perfecte in museum More
Jeroen Wielaert
Verslaggever
Jeroen Wielaert
Verslaggever
Met veel plezier etaleert hij zijn gespierde, naakte lijf voor het raam, gadegeslagen door twee oudere vrouwen in het zwart. Het is de omgekeerde wereld van Herman Gordijn, een onvoltooid schilderij uit 2016: De Wallen. Daarmee was de cirkel van zijn rijke verbeelding bijna rond. Het is vanaf dit weekend te zien in Museum More in Gorssel, met de passende titel Het Niet Perfecte is Perfect.
Als joch van de chique Haagse Laan van Meerdervoort is Gordijn (1932) op een dag verdwaald in de hoerenbuurt. Hij schrok niet van de dames die zich opzichtig etaleerden. Zonder de aard van hun métier te begrijpen, raakte hij gefascineerd door wat hij zag.
Schone schijn
Eenmaal thuis werd er schande over gesproken. Het was het begin van zijn kunstenaarsbestaan als observator. Gaandeweg realiseerde hij zich dat zijn eigen milieu vol schone schijn was. Als schilder prikte hij erdoorheen. Hij draaide het om en zette de prostituees in hun ramen in een soort smoezelige glorie.
Zijn Bordeelraam hangt aan het begin van de tentoonstelling. Hij voltooide het in 1957. Een vrouw met een voluptueuze, gerimpelde boezem, opgestoken rood haar en rood gestifte lippen zit prominent aan het venster, met twee collega's in haar rug. Het zijn ook al geen echte schoonheden. De dame laat met haar gulle lach een gebit zien met een ontbrekende voortand.
Nee, het zijn geen begeerlijke bimbo's. Het is wel adembenemend van lelijkheid, in een gave weergave van menselijk verval.
Vrouwenhater
Gordijn werd meteen verweten een vrouwenhater te zijn. Het publiek verwachtte schoonheid; hij liet lelijke mensen zien. Voor de Haagse schilder ging het juist om het afwijken van de norm. Hij stapte ermee in de traditie van kunstenaars wier fantasievolle realisme hij bewonderde: Carel Willink, Pyke Koch, Otto Dix, George Grosz en de renaissanceschilder Andrea Mantegna.
De liggende Christus van de Italiaan inspireerde Gordijn tot twee doeken. In Gorssel is eerst zijn Schoonheidssalon uit 1958 te zien. Een figuur gehuld in doeken krijgt een gezichtsmassage van een lelijke, kalende man. In 2012 maakte Gordijn Mantegna. Nu ligt de man volledig naakt aan een strand, zijn penis prominent centraal.
Feico Hoekstra is een van de auteurs van de catalogus. Hij had uitvoerige gesprekken met Gordijn. "Het was een gereserveerde man. Zijn werk was zijn alles. Hij kon er gepassioneerd over praten. Hij hield ook erg van lachen, was een levensgenieter, als afwisseling van het werk. Voor hem was het altijd weer kijken, opnieuw beginnen. Hij kon eindeloos bezig zijn met de compositie, zoals met dat laatste schilderij, De Wallen."
"Of die Mantegna uit 2012. Dan verschijnt er eens zo'n mannetje rechts op het doek. Hij bleef een observator, wilde geen statements maken. Hij ging uit van een schets en daarna beantwoordde hij de vragen die het schilderij hem stelde. Het was een zoektocht naar de dingen die hem hebben geboeid. Voor hem was een even grote verrassing als voor ons als kijkers. Van hem mocht je het duiden, zoals je wilde. Wat het precies was, zou hij niet zeggen."
Strontvlieg
Het doek Uitje uit 1970 is voor Hoekstra een goed voorbeeld van Gordijns humor en venijn. Er staan vijf vrouwen op, onderweg met een bakfiets. Een ervan is actrice Mary Dresselhuys. Ze heeft een pot zure augurken op schoot. Gordijn schilderde een strontvlieg boven haar hoofd. Achter haar zit Heintje Davids. Ze heeft condooms om haar vingers.
Anders is het met Gordijns favorieten Lida Polak en Charlotte Köhler: boven hun hoofden vliegt een vlinder. Hoekstra: "Dresselhuys had iets lelijks gezegd over een werk dat hij als decorschilder had gemaakt. Hij heeft niet zijn best gedaan om er de mooiste vrouw van de wereld van te maken. Het doek is gekocht door het Chassé-theater in Breda. Als Dresselhuys daar kwam spelen, haalden ze het weg."
Jullie hebben het druk en ik lig hier maar weg te vegeteren.
Gordijn heeft de aanloop naar het eerbetoon aan zijn oeuvre nog meegemaakt. Hij stierf op 25 mei in zijn huis in Terschuur. Hij was net 85 jaar geworden. Conservator Yvette van der Zande had tot het laatst contact met hem. "Voor mij was hij een heel innemende man", vertelt ze. "We hebben lang in zijn atelier gezeten en door de landerijen gelopen. Hij had niet echt een voorkeur uit zijn eigen werk. Zijn laatste vond hij het belangrijkst: die Wallen."
Hoekstra: "Toen wij met het boek bezig waren, was hij stikjaloers. Hij was al zo ziek. Dan zei hij: 'Jullie hebben het druk en ik lig hier maar weg te vegeteren.' Daar kon hij heel slecht tegen."