Doek valt voor twee Italiaanse banken

Het doek valt voor twee Italiaanse banken die al een tijd in problemen zitten, Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca. De Europese Centrale Bank (ECB) zegt dat de banken ruim de tijd hebben gekregen om met plannen te komen om hun kapitaaltekorten aan te vullen, maar dat ze geen overtuigende oplossing hebben aangedragen.

De ECB heeft vandaag vastgesteld dat de banken op het punt stonden om failliet te gaan. Het instituut gebruikte daar dezelfde terminologie voor als twee weken geleden, toen de Spaanse bank Banco Popular op omvallen stond.

De ECB verwacht nu dat de twee Italiaanse banken ontbonden worden volgens het Italiaanse faillissementsrecht. Het is nu aan de Italiaanse centrale bank om te beslissen hoe die ontbinding in zijn werk gaat.

Het Europese hulpmechanisme voor banken in nood, de Single Resolution Board, gaat niet bijspringen om Veneto Banca en Banca Popolare di Vecenza te redden, omdat het om kleine banken gaat die niet essentieel zijn voor het Italiaanse financiële stelsel.

Schuldeisers

De Italiaanse overheid heeft geprobeerd te voorkomen dat de banken failliet gaan, omdat dan veel schuldeisers met lege handen komen te staan. De banken hebben in het verleden veel achtergestelde schulden verkocht aan particulieren, die de risico's niet kenden.

Europese regels schrijven voor dat schuldeisers opdraaien voor een faillissement van een bank en niet, zoals tijdens de crisis in 2008 enkele keren gebeurde, de belastingbetaler.

Het bestuur van Banca Popolare di Vicenza zegt in een persbericht dat het erop vertrouwt dat de overheid de rekeninghouders en aandeelhouders beschermt.