Werken loont, maar wel minder dan gedacht
Werknemers en zelfstandigen houden minder over aan het verdiende geld in Nederland dan gedacht. Van iedere verdiende euro ging vorig jaar 73 cent naar het loon van werknemers en zelfstandigen. De andere 27 cent bleef achter bij de bedrijven als winst, blijkt uit een herberekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), De Nederlandsche Bank (DNB) en het Centraal Planbureau (CPB).
Eerder werd aangenomen dat ongeveer 80 tot 90 cent van het verdiende geld werd uitbetaald als loon of vergoeding voor werkzaamheden. Maar daarbij waren de inkomsten van freelancers of zzp'ers iets te rooskleurig voorgesteld.
De zogenaamde arbeidsinkomensquote is een belangrijke graadmeter om te kijken waar de verdiensten in een economie terechtkomen. Volgens het CBS daalt het aandeel van het loon nu al drie jaar achter elkaar en ligt hij met 73 cent per euro op het laagste niveau sinds 2007.
Tijdens de crisisjaren was het aandeel van de arbeidsinkomsten hoger doordat de bedrijfswinsten daalden. Sinds 2014 is er weer groei, maar de bedrijven lijken daar relatief zelf het meest van te profiteren.
Dat werknemers en zelfstandigen relatief minder profiteren van de economische groei, kan een argument zijn voor bijvoorbeeld vakbonden om meer loon te eisen. De Nederlandsche Bank (DNB) en het Centraal Planbureau (CPB) hielden vorige week ook al een pleidooi voor loonstijgingen.