Syriërs krijgen sneller woning dan Eritreeërs
Eritrese vluchtelingen met een verblijfsvergunning krijgen minder snel een woning dan asielzoekers uit Syrië. Syriërs laten veel vaker gezinsleden overkomen, en beide groepen zijn na anderhalf jaar met een verblijfsvergunning nog afhankelijk van een uitkering. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS naar Syriërs en Eritreeërs die in 2014 naar Nederland kwamen.
In 2014 kwamen 13.300 Syrische en 3.900 Eritrese asielzoekers in een azc in Nederland terecht. Het overgrote deel kreeg een verblijfsvergunning. Na een half jaar was dat bij beide groepen 80 procent en na anderhalf jaar was het opgelopen tot 94 procent.
Gezinsleden
Vooral Syriërs lieten gezinsleden overkomen. Drie op de tien hadden na een jaar één of meer anderen laten overkomen, waardoor het aantal Syriërs bijna verdubbelde.
Van de Eritreeërs liet slechts 3 procent iemand anders overkomen. Dat komt doordat uit Eritrea vooral minderjarigen en jonge mannen vluchten die willen ontkomen aan de militaire dienst in hun land.
Baan
Uit het onderzoek blijkt ook dat beide groepen asielzoekers nauwelijks een baan vinden. Meer dan 90 procent van beide groepen leefde anderhalf jaar na het krijgen van de verblijfsvergunning nog van een bijstandsuitkering.
Volgens het CBS kunnen ze zich niet op de arbeidsmarkt richten omdat ze de inburgeringscursus moeten volgen. Op 1 oktober 2015 had slechts een half procent het inburgeringsexamen behaald.
Woning
Voor de integratie is ook een eigen woning belangrijk. Asielzoekers met een status krijgen een gemeente aangewezen, die vervolgens een woning voor hen moet zoeken. Na anderhalf jaar had 90 procent een eigen woonruimte, bij de Eritreeërs was dat maar 75 procent. Ook dat verschil komt doordat Eritreeërs veel vaker jonge alleenstaande mensen zijn.
Voor alleenstaande vluchtelingen hebben gemeenten minder woonruimte beschikbaar. "Onze woningmarkt heeft vooral veel huizen voor twee of meer personen", zegt Gusje van der Donk van Platform Opnieuw Thuis. Het is voor gemeenten makkelijker om een gezin te huisvesten dan enkele alleenstaanden. Dan moeten die panden worden aangepast.
Het gevolg is dat Eritrese vluchtelingen langer in een azc zitten. Vluchtelingenwerk Nederland noemt het niet bevorderlijk om langer te moeten wachten op een woning. "Hoe langer je in een azc zit, hoe moeilijker de integratie is", zegt Martijn van der Linden van de stichting.
Volgens Vluchtelingenwerk Nederland moeten deze vluchtelingen goede begeleiding krijgen. Ook moet worden nagedacht over de manier waarop de opvang en de huisvesting worden ingericht. "Kies je voor een grootschalig azc, ver van de bewoonde wereld en weinig contact met de buurt, of kies je voor een kleinschalig azc in het hart van een dorp of stad zodat je direct in de samenleving kan worden opgenomen?"