Lun Bo Lang, ofwel Rembrandt, wordt ook in China een hele grote
Veel Chinezen hebben wel eens gehoord van Lun Bo Lang - zo wordt zijn naam in China uitgesproken - maar echt kennen doen ze de Nederlandse schilder Rembrandt niet. Daar kan nu verandering in komen. In het Nationaal Museum aan het plein van de Hemelse Vrede in Peking is de tentoonstelling geopend Rembrandt en zijn tijd: meesterwerken uit de Leiden Collectie.
Vanaf morgen kan het grote Chinese publiek meer dan 70 schilderijen uit de Nederlandse Gouden Eeuw bewonderen, werken van Rembrandt, Lievens, Ferdinand Bol en eentje van Vermeer. Allemaal afkomstig uit de persoonlijke collectie van de Amerikaanse kunstverzamelaar Thomas S. Kaplan.
Tot voor kort kon deze privéverzamelaar nog voor redelijk schappelijke prijzen Rembrandts op veilingen kopen: "Rembrandt was een periode ongeliefd en ondergewaardeerd, in die periode heb ik deze Leiden Collectie kunnen opbouwen", zegt Kaplan bij de opening.
De verzameling schilderijen is naar Leiden vernoemd omdat Rembrandt er zijn carrière begonnen is en omdat daar als het ware de Gouden Eeuw van de schilderkunst begon.
Dringen bij de opening
Toch zijn schilderijen uit de Leiden Collectie nog nooit in zo'n groot aantal in Leiden of in Nederland samen te zien geweest. "We lenen de schilderijen individueel uit aan musea en tentoonstellingen, maar pas nu zijn ze bij elkaar te zien", aldus Kaplan.
"We hebben voor China gekozen, omdat we hopen dat de 17e-eeuwse Nederlandse kunst een brug kan slaan naar de Oosterse kunst. We denken dat Chinezen geïnspireerd zullen raken door de revolutionaire schilderijen van Rembrandt en zijn tijdgenoten. Ze zijn tijdloos en blijven fascineren."
Dat blijkt al bij de opening voor genodigden. Er werd geduwd, getrokken en geschreeuwd om naar binnen te komen. Alsof de deuren naar een popconcert werden opengegooid.
Eenmaal binnen gaan de meeste bezoekers zo dicht mogelijk op de schilderijen staan, sommigen doen hun bril omhoog en weer omlaag, kijken van onderen en van opzij, want "het lijkt wel 3D", zegt een student kunstgeschiedenis. "Maar als je dichterbij komt zie je dat het gewoon een plat schilderij is. Die diepte komt door de kleuren en het licht en donker."
Kunst wordt in China eerder gezien als een goede investering dan als een geliefd eigendom. Jinqing Cai is directrice van Christie's China, dat pas in 2013 toestemming van de Chinese overheid kreeg om internationale kunst te veilen in Shanghai. Sindsdien is 20 procent van de meesterwerken, waaronder werken van Picasso en Modigliani in Chinese handen gekomen.
"Het is niet zo dat de kunstwerken dan niet meer door het publiek gezien kunnen worden", zegt Cai. "Sterker nog, ik hoor veel private verzamelaars spreken over het opzetten van een privémuseum, waar ze graag hun verzamelde schatten willen tonen."
Je moet een genie zijn om Rembrandt te zijn, niet om hem te kopen.
"Deze eeuw wordt overduidelijk de eeuw van China", zegt Kaplan tijdens zijn openingsplechtigheid. "De seizoenen veranderen. Wij hebben in het Westen de afgelopen 400 jaar vrijwel het alleenrecht op Rembrandt gehad, nu willen we zijn indrukwekkende werken delen. De kans is groot dat daardoor de prijzen van de oude meesters zullen stijgen, maar op dit moment zijn ze nog best betaalbaar."
Zo kon Kaplan de afgelopen vijf jaar ook zijn verzameling bij elkaar brengen. Hij kocht iedere week een schilderij en daarmee is er nu de 'Grootste collectie uit de Gouden Eeuw ooit' in China met schilderijen van Rembrandt, Vermeer en Lievens. "Je moet een genie zijn om Rembrandt te zijn, niet om hem te kopen", aldus Kaplan.
Na Peking reist de tentoonstelling door naar Rusland en Abu Dhabi om ook daar met de Nederlandse koopmanskunst een brug te laten slaan naar nieuwe, opkomende werelden.