Het gaat goed met de economie, dus waarom stijgt mijn loon niet?
Het Centraal Planbureau (CPB) kwam vandaag wederom met goed nieuws: de economie groeit dit jaar met 2,4 procent en volgend jaar nog eens met 2 procent. Ook de werkgelegenheid groeit. Ondertussen blijven de lonen achter. Hoe kan dat?
Economische wetten schrijven voor dat er minder werkloosheid is als het goed gaat met de economie. So far so good, want de werkloosheid daalt in 2018 verder naar 4,7 procent. Dat betekent veel vraag naar personeel en minder aanbod: er ontstaat krapte op de arbeidsmarkt. Krapte betekent in de regel dat de prijzen, in dit geval de loonkosten voor werkgevers, omhoog gaan. Maar tot nu toe zien werknemers daar weinig van terug op hun loonstrookje.
"Op dit moment groeien de cao-lonen gemiddeld met 1,7 procent in onze raming voor dit jaar en 2 procent voor volgend jaar. Dan blijft er niet zo heel veel over in je portemonnee als je rekening houdt met alle gestegen prijzen, en dat is natuurlijk jammer", zegt CPB-directeur Laura van Geest.
Ter vergelijking: vakbond FNV wil dat iedereen met een cao er dit jaar met 2,5 procent op vooruitgaat.
Het CPB denkt dat de toegenomen flexibilisering op de arbeidsmarkt een rol speelt. Werkgevers huren vaker dan vroeger personeel in met tijdelijke contracten of nulurencontracten. Die verdienen minder dan werknemers met een vast contract en staan ook minder sterk als het op arbeidsvoorwaarden aankomt.
Ook denkt het CPB dat het meevalt met de krapte op de arbeidsmarkt. Het werkloosheidscijfer is wel laag, maar er zijn volgens het planbureau veel mensen die minder uren werken dan ze eigenlijk zouden willen.
Arbeidseconomen wijzen erop dat door digitalisering en toekomstige robotisering de positie van de werknemer verder afzwakt. Iemand die bang is zijn baan te verliezen door nieuwe technologie vraagt niet snel om een loonsverhoging, is de gedachte.
Van Geest: "En bedenk dat de arbeidsmarkt net herstelt en de werkloosheid nu pas echt flink aan het dalen is. Dan is het niet zo ongebruikelijk dat je een zekere na-ijl ziet van de crisis."
VNO-NCW en MKB Nederland
"Het CPB signaleert terecht dat er onzekerheden zijn die het stoplicht ook weer op oranje kunnen zetten", zegt de woordvoerder van werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland. Het is volgens de werkgevers logisch dat ze voorzichtig zijn als het gaat om de salarissen.
"De ene sector heeft daarbij simpelweg meer loonruimte dan de andere en ook binnen sectoren zijn de verschillen tussen bedrijven groot. Kijk naar de detailhandel. Je kunt een snelgroeiende webwinkel niet over één kam scheren met een fysieke winkel die het moeilijk heeft. Waar daar ruimte voor is, gaan de lonen omhoog."
Bovendien telt voor werkgevers niet alleen het contractloon, maar de totale loonkosten. "Als het loon van de werknemer met 100 euro omhoog gaat, gaan de loonkosten voor de werkgever met zo'n 300 euro omhoog. Bovendien krijgen werknemers ook extra beloningen of loonstijgingen die niet in de cao-lonen zitten."
Toch roept demissionair minister Dijsselbloem namens de grootste werkgever van Nederland - de overheid - op om de lonen te laten stijgen. De overheid trok onlangs 300 miljoen euro uit om te zorgen dat er ruimte is voor een loonsverhoging voor ambtenaren.
"De economie trekt verder aan en daar zijn we natuurlijk heel blij mee. Mijn oproep aan het bedrijfsleven is dan ook: het gaat goed met jullie resultaten, vertaal dat nou ook in meer koopkracht voor jullie medewerkers. Dat is ook weer goed voor het bedrijfsleven in z'n geheel - de binnenlandse vraag trekt dan aan."
"Je kunt het aan mensen niet uitleggen dat ze zelfs in jaren waarin de economie het zo goed doet er niet op vooruitgaan", aldus Dijsselbloem.