Voorzitter Europees Parlement wil onkostenvergoedingen aanpakken
Antonio Tajani, de voorzitter van het Europees Parlement, wil het stelsel rond de onkostenvergoedingen aanpakken. Het is hem een doorn in het oog dat het nu niet duidelijk is hoe er met het geld wordt omgegaan. Bij zijn aantreden als voorzitter had hij al het voornemen om de regeling grondig te hervormen. Parlementsleden zouden zelf ook vaker kunnen afzien van de onkostenvergoeding of een deel daarvan.
Van de vergoeding kunnen Europarlementariërs bijvoorbeeld een kantoor betalen in eigen land, voor een goed contact met kiezers in de lidstaten. Maar uit onderzoek door een groep van 48 journalisten, waar de NOS aan deelneemt, bleek vorige week dat een op de drie Europarlementariërs helemaal geen kantoor in zijn thuisland heeft.
Duidelijke regels
Tajani wil nu dat de regels rondom de onkostenvergoeding worden gespecificeerd en er een precieze lijst komt met uitgaven die van de 50.000 euro netto mogen worden betaald. Daarnaast wil de voorzitter dat parlementsleden hun onkosten laten checken bij controlediensten zodat zij de regels niet overtreden. Om beter inzicht te geven in de onkosten stelt de voorzitter voor dat parlementariërs een aparte rekening openen waarop de vergoeding gestort wordt. De onkostenvergoeding wordt op die manier gescheiden van het salaris.
Tajani is niet de enige die actie onderneemt na de publicaties. Het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF maakte direct na de publicaties bekend dat er een onderzoek komt naar Europarlementariërs die met de onkostenvergoeding huur aan zichzelf betalen. Uit het onderzoek bleek bijvoorbeeld dat acht Duitse Europarlementariërs kantoor hebben op hun huisadres. Twee van hen bevestigden dat ze de huur aan zichzelf betaalden.
Lagere vergoeding
Op 27 april hadden Europarlementariërs de kans te stemmen voor meer controle op de besteding van de onkostenvergoeding. Vijf van de zes amendementen haalden toen geen meerderheid. Alleen het voorstel om de regels rondom de vergoeding beter te formuleren en te publiceren werd aangenomen.
Parlementsleden kunnen het zichzelf nu ook al makkelijker maken. Zij kunnen bij het parlement vragen om een lagere vergoeding omdat ze weten dat ze het bedrag niet maandelijks opmaken. Daarnaast kan het geld dat ze niet uitgeven worden teruggestort op de rekening van het parlement.