Jeugdig Ajax verdrinkt tegen routiniers van United
De finale van de Europa League is voor Ajax uitgelopen op een deceptie. De Amsterdammers bogen in Stockholm in een tegenvallend duel met 2-0 voor Manchester United, dat voor het eerst de UEFA Cup in ontvangst mocht nemen.
Na een minuut stilte ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de aanslag in Manchester begon United fel aan de wedstrijd. De Engelsen, met Daley Blind in de basis, zetten de ploeg van trainer Peter Bosz direct onder druk.
Ajax, dat op voorhand al geschiedenis schreef door met het jongste elftal ooit in een Europese finale aan te treden (gemiddeld 22 jaar en 282 dagen), had het lastig en kwam goed weg bij kansjes voor Paul Pogba en Marouane Fellaini.
Pogba opent score
Na een kwartier beet Ajax via een schot van Bertrand Traoré even van zich af, maar drie minuten later was het aan de andere kant raak. Pogba schoot de bal via Davinson Sánchez achter doelman André Onana.
United liet zich daarna terugzakken en Ajax mocht het spel maken. De Amsterdammers kwamen echter amper tot een fatsoenlijke aanval en Manchester bleef simpel overeind.
Tweede mokerslag
De cijfers in de rust waren duidelijk. Ajax had meer balbezit (66% om 34%), schoot vaker (6 om 4) en kreeg meer corners (2 om 0) en vrije trappen (10 om 6), maar keek wel tegen een achterstand aan.
Direct na rust deelde United een tweede mokerslag uit. Chris Smalling kopte de bal uit een corner naar Henrikh Mkhitaryan, die met een acrobatisch hoogstandje de 2-0 maakte.
De ploeg van coach José Mourinho leunde daarna zo mogelijk nog meer op de defensie. Ajax vocht voor wat het waard was, maar creëerde amper kansen en zag United via snelle uitbraken wel voor enig gevaar zorgen.
Gaandeweg de tweede helft vloeiden de krachten weg bij Ajax. Het duel ging als een nachtkaars uit, waarmee het Europese sprookje van Ajax niet de zo gehoopte goede afloop kreeg.