Dijkhoff en verblijfsvergunningen: ruimhartig of willekeur?
"Bij de asielzaken waar staatssecretaris Dijkhoff persoonlijk naar kijkt, gaat het om schrijnende gevallen", vertelt asielrechtsadvocaat Frans-Willem Verbaas. "Dat kan een slachtoffer van mensenhandel zijn, maar ook een kind dat hier is opgegroeid en toch dreigt te worden uitgezet."
Voor dat soort gevallen staat geen beleid op papier, zegt Verbaas. Dijkhoff kan gebruikmaken van zijn discretionaire bevoegdheid, iets wat hij relatief gezien vaker deed dan zijn voorgangers. Dat betekent dat hij nog een keer naar een zaak van een afgewezen asielzoeker kijkt en naar eigen inzicht een besluit neemt.
Daardoor kregen de 13-jarige Tri en zijn ouders bijvoorbeeld op het laatste moment alsnog een verblijfsvergunning. Zij zouden worden uitgezet naar Vietnam. De asielaanvraag was afgewezen en Tri viel niet onder het kinderpardon. Door een besluit van Dijkhoff mocht het gezin uit Wageningen toch in Nederland blijven.
Zo zijn er meer zaken. De staatssecretaris kreeg in twee jaar tijd 780 schrijnende gevallen voorgelegd. Bij 240 verzoeken streek Dijkhoff over zijn hart. Daarmee lijkt hij ruimhartiger dan de staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie die hem voorgingen.
Op het systeem is veel kritiek. "Het is namelijk compleet willekeurig", zegt Martine Goeman van mensenrechtenorganisatie Defence for Children. "Wij kennen zaken die vrijwel identiek zijn. In het ene geval maakt de staatssecretaris gebruik van zijn discretionaire bevoegdheid en in het andere niet. Waar dat van afhankelijk is, kunnen wij niet uitleggen."
Maar volgens advocaat Verbaas is dat precies hoe deze bevoegdheid is bedoeld. Het geeft de staatssecretaris de ruimte in vrijheid een eigen oordeel te geven, zonder zich te hoeven verantwoorden.
In deze zaken gaat het vaak om asielzoekers die een of meerdere keren zijn afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Op basis van de gewone asielregels komen zij niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Maar als hun zaak vanwege persoonlijke omstandigheden als schrijnend wordt beschouwd, komt die toch nog op tafel bij Dijkhoff.
Het klopt dat de staatssecretaris een aantal zaken heeft opgelost, maar er zitten nog steeds honderden kinderen in onzekerheid.
Deze zaken worden vaak onder de aandacht gebracht door burgemeesters of Kamerleden, vertelt een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Die schrijven een brief waarin zij betogen dat de asielzoekers in kwestie in Nederland thuishoren. Dat was ook het geval bij Tri, waarbij de burgemeester van Wageningen van zich liet horen.
Ook medewerkers van het IND kunnen zaken doorverwijzen als ze vinden dat een geval schrijnend is. Alle verzoeken worden behandeld door een speciale commissie van de immigratiedienst. Deze ambtenaren bepalen vervolgens welke gevallen aan de staatssecretaris worden voorgelegd. "Het is een soort laatste beroep voor mensen die geen andere kans op een vergunning zien", zegt de woordvoerder. Het is niet bekend hoeveel van deze verzoeken al bij de speciale commissie sneuvelen.
Op basis waarvan de staatssecretaris vervolgens beslist of iemand alsnog mag blijven, wordt niet bekendgemaakt. Volgens asielrechtsadvocaat Verbaas helpt het in ieder geval wel als een asielzoeker een brief van een burgemeester of andere politicus of bestuurder heeft. "Dat is een signaal dat iemand maatschappelijk betrokken is. Zonder zo'n brief heb je een zwakke zaak."
Maar ook met brief is het lang niet zeker dat een verblijfsvergunning wordt toegewezen, zegt Goeman van Defence for Children. "Het klopt dat de staatssecretaris een aantal zaken heeft opgelost, maar er zitten nog steeds honderden kinderen in onzekerheid." Verbaas denkt dat veel van de verzoeken die Dijkhoff goedkeurt, stukgelopen kinderpardonzaken zijn.
Defence for Children vindt dat de politiek de discretionaire bevoegdheid te veel gebruikt als vangnet, zodat asielzaken die tot ophef leiden alsnog kunnen worden opgelost. Er zou in de asielregels al meer aandacht moeten zijn voor persoonlijke omstandigheden, zegt Goeman.
Burgemeester Geert van Rumund van Wageningen verbaasde zich in de zaak-Tri over de willekeur waarmee Dijkhoff handelde. Maar hij was blij dat de staatssecretaris het verzoek uiteindelijk alsnog goedkeurde. "De reden waarom Tri mag blijven weet ik niet", zei Van Rumund daarover. "Dat moet je aan de staatssecretaris vragen. Ons doel was ervoor te zorgen dat hij mocht blijven. En dat is gelukt."