'Veel te weinig mensen veroordeeld voor anti-homogeweld'
Hoewel lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders (lhbt'ers) tegenwoordig veel vaker aangifte doen van geweld of intimidatie, komt het maar weinig tot een veroordeling. Dat zegt COC Nederland naar aanleiding van de ernstige mishandeling van een homostel in Arnhem.
"In 2009 waren er nog 400 aangiften per jaar, nu zijn dat er 1500", zegt Tanja Ineke van COC. Het gat tussen het melden van anti-homogeweld en een straf van de rechter, is volgens haar groot. "Per jaar worden maar negen mensen veroordeeld voor geweld tegen homo's. Dat is natuurlijk veel te weinig."
Veel pesterijen of geweld tegen lhbt'ers wordt volgens de politie nog altijd niet gemeld. "Ik vraag ze vaak of ze weleens een incident hebben meegemaakt vanwege hun geaardheid", zegt woordvoerder Ellie Lust. "Dan gaan er veel vingers omhoog. Maar als ik doorvraag wie het gemeld heeft, gaan veel vingers weer omlaag."
De slachtoffers denken dat de politie er niets mee kan of dat de dader toch al gevlogen is. Bijvoorbeeld als ze zijn uitgescholden op straat. Lust benadrukt dat met camerabeveiliging en getuigen wel te achterhalen valt wie de bedreiger is. Maar het is niet makkelijk om daders te vinden, geeft ze toe.
Uit gegevens van de politie blijkt dat het vooral jongemannen van tussen de 18 en 25 jaar oud zijn die de fout ingaan. Meestal in een groep en ze vertonen machogedrag. "Je ziet dat jongemannen het ingewikkelder vinden als mannen op straat affectie vertonen", zegt Lust. "Een stuk meer dan wanneer twee vrouwen dat doen."
Volgens Gert Hekma, docent Gay and Lesbian Studies aan de UvA, doet de politie nog te weinig aan het probleem. "Ik denk dat het geen hoge prioriteit heeft. Op de politiebureaus is niet altijd iemand van Roze in Blauw aanwezig." Dit zijn speciale agenten die een aanspreekpunt vormen voor lhbt'ers.
Dienstdoende agenten weten volgens Hekma vaak niet dat ze mensen kunnen doorsturen naar deze teams, die speciaal zijn opgericht voor incidenten die met geaardheid te maken hebben.