De 'brexit-brief' is ontvangen in Brussel, wat nu?
Hij werd om half twee vanmiddag officieel afgegeven in Brussel: de langverwachte formele Britse brief met de mededeling dat de procedure voor het verlaten van de Europese Unie in gang wordt gezet. Maar wat betekent dat eigenlijk? Het was toch al duidelijk dat Groot-Brittannië uit de Europese Unie zou stappen?
Dat de brexit er zou komen, wisten we inderdaad al, maar formeel had Groot-Brittannië dat nog niet aan de Europese Unie laten weten. In het verdrag van Lissabon staat dat de artikel-50-brief nodig is om de uittredingsprocedure in gang te zetten. Nu beginnen de onderhandelingen tussen Groot-Brittannië en de EU pas. En er is een deadline: precies twee jaar nadat de brief op de bus ging, is Groot-Brittannië formeel geen lid meer. 29 maart 2019 dus. Maar tot die tijd moet er heel veel gebeuren.
Het geld: een rekening van 60 miljard
Brussel is ervan overtuigd dat Groot-Brittannië nog een flinke rekening moet betalen voordat het land de EU echt kan verlaten. Daar moet eerst over gesproken worden, zegt de Europese Commissie, nog voordat grensovergangen, handelsovereenkomsten en toekomstige samenwerking aan bod komen. 60 miljard zouden de Britten op tafel moeten leggen, voordat ze uit de EU kunnen stappen.
De belangrijkste onderhandelaar van de Europese Commissie, Michel Barnier, was er vorige week duidelijk en hard over.
Er staat geen boete op, als je de EU verlaat. Maar we moeten wel de rekening opmaken. Niet meer en niet minder.
Het klinkt wellicht tegenstrijdig, eruit stappen en dan nog zo’n enorme rekening krijgen, maar het is wel uit te leggen. Neem bijvoorbeeld de duizenden Britten die in Brussel hebben gewerkt en recht hebben op een EU-pensioen. Die worden betaald uit de dagelijkse begroting. Als de Britten straks weg zijn komt die rekening bij de andere 27 EU-landen terecht. Er zou zo’n 9 miljard euro nodig zijn om dat gat te dichten.
Fiona Hall is één van de Britten die vanaf volgend jaar haar EU-pensioen zoude krijgen. Ze was Europarlementariër namens de Liberaal-Democratische partij. Voor haar is het duidelijk: Groot-Brittannië moet betalen.
En het zijn niet alleen de pensioenen die nog moeten worden betaald. De Britten hebben in 2013 ingestemd met een nieuwe EU-begroting, met betalingen die nog jarenlang doorlopen. Komt er met de brexit zomaar een einde aan die belofte? Brussel vindt van niet. De rekening moet naar Londen.
Uiteraard denken ze daar in Londen heel anders over. In de campagne is de Britten juist beloofd dat ze eindelijk bevrijd zouden worden van de jaarlijkse betalingen aan Brussel. Een rekening van 60 miljard is daar niet te verkopen. Bovendien, zeggen ze, is er na 45 jaar EU-lidmaatschap ook een flinke inboedel te verdelen. Denk aan de gebouwen die in Brussel staan of de wijn- en kunstcollectie van de EU. Mocht de rekening vanuit Brussel inderdaad hoog uitpakken, dan zullen de Britten met een tegenrekening komen waarin ze vragen om hun deel van de EU-bezittingen.
Wie voert de onderhandelingen?
De mensen: 3 miljoen EU-burgers in Groot-Brittannië
Toen Europarlementariër Sophie in 't Veld (D66) een meldpunt opende voor EU-burgers die in Groot-Brittannië last ondervinden van de naderende brexit, kreeg ze al snel honderden reacties. Mensen die al jaren in Groot-Brittannië woonden kregen bij hun gemeente te horen dat ze het land na de brexit moeten verlaten. Andersom waren er ook klachten van Britten die op het vasteland van Europa wonen, al zijn dat er veel minder.
De grote vraag is: wat moet er met deze mensen gebeuren? Het gaat één van de eerste onderwerpen worden die in de onderhandelingen worden besproken. Van beide kanten lijkt er veel goede wil om tot een oplossing te komen. Premier May heeft al gezegd dat ze de rechten van de 3 miljoen EU-burgers in Groot-Brittannië wil garanderen, op voorwaarde dat de 1,2 miljoen Britten die in de 27 overgebleven EU-landen wonen ook maar mogen blijven.
Maar tijdens de onderhandelingen kan het toch nog moeilijk worden als er over de details van zo'n deal wordt gesproken. Mag iemand die nog maar een maand in Groot-Brittannië woont na de Brexit ook blijven? Of een dag? Er moet over gesproken worden en het gaat ongetwijfeld tot discussies leiden.
De handel: 184 miljard export, 302 miljard import
Eerst praten over de scheiding en dan pas over de toekomst, dat is wat Michel Barnier graag wil. Dat zou betekenen dat de toekomstige handelsrelatie tussen de EU en Groot-Brittannië pas op het laatst besproken wordt. Terwijl er nogal wat op het spel staat: de 27 EU-landen exporteren ieder jaar voor 302 miljard aan goederen naar de Britten, andersom gaat er voor 184 miljard terug.
Het Britse en het Nederlandse bedrijfsleven schreeuwen nu al om duidelijkheid.
Over één ding is vrijwel iedereen het eens: twee jaar is extreem kort om een volledig handelsakkoord uit te onderhandelen. Ter vergelijking, handelsverdrag CETA met Canada heeft zo'n acht jaar op de tekentafel gelegen. Er zijn duizenden regels die moeten worden besproken. Van grensovergangen tot handelstarieven en van bescherming van producten tot voedselveiligheid.
Omdat het zo veel tijd kost om al die zaken uit te onderhandelen, wordt er al gesproken over een overgangsperiode. Een voorlopig akkoord moet ervoor zorgen dat de handel na de brexit niet totaal stilvalt en geeft de onderhandelaars de tijd om langer te spreken over een definitief akkoord. Het doel is dat de handel zo min mogelijk schade ondervindt, maar in Brussel zegt ook iedereen dat de Britten geen handelspositie mogen krijgen die beter is dan die van de 27 overgebleven EU-landen.
Aan de slag
Eind april komen de 27 overgebleven EU-landen bij elkaar. Ze zullen spreken over het mandaat dat ze meegeven aan onderhandelaar Michel Barnier. Hij gaat daarna met de Britten om de tafel zitten. Het zijn belangrijke onderhandelingen, zei hij vorige week nog. Mochten de Britten en de EU er na twee jaar niet uitkomen, dan volgt chaos, zegt Barnier.