Langzaam, heel langzaam komt rampschip Sewol boven water

Tergend langzaam herrijst het rampschip Sewol uit de diepte. Na ruim duizend dagen op de zeebodem voor de kust van Zuid-Korea wordt de veerboot nu geborgen, voor onderzoek naar de oorzaak van de ramp en om te zoeken naar de laatste vermisten.

"Het was hartverscheurend om het schip boven water te zien komen", zegt een moeder van een vermiste opvarende. "Al die tijd was mijn arme kind in die koude, gore ruimte."

Het zou makkelijker zijn geweest het schip in stukken te lichten, maar omdat dan bewijs verloren kan gaan en lichaamsresten zouden wegspoelen, is besloten de ferry van 6500 ton in zijn geheel omhoog te hijsen. Het zal twee weken duren om het schip af te voeren, omdat er ook nog water, modder en brandstof weggepompt zal moeten worden.

De afgelopen maanden plaatsten vijftig duikers tientallen metalen balken onder het schip, dat op 40 meter diepte lag. Met 66 kabels wordt het wrak voorzichtig naar de oppervlakte getakeld. Zodra het schip 13 meter boven het wateroppervlakte uitstak, werd het op een deels afgezonken ponton geschoven. Vanavond rond middernacht moet het laden voltooid zijn.

Het hele project kost 75 miljoen euro. De sterke stroming en het slechte zicht maakten de bergingsoperatie moeilijk. Twee duikers kwamen al om tijdens de zoektocht naar lichamen drie jaar geleden.

Bij de ramp kwamen in april 2014 304 mensen om het leven, onder wie veel kinderen die op schoolreisje waren. Negen lichamen werden nooit teruggevonden. De kapitein van de Sewol kreeg in 2015 levenslang, omdat hij het schip had verlaten zonder een evacuatiebevel te geven.

Nabestaanden konden de operatie volgen vanaf schepen in de buurt. "Toen het schip bij het ochtendgloren boven water kwam, schreeuwde ik van geluk. Eindelijk konden we gaan zoeken naar de vermisten."