Ajax na veertien jaar weer kwartfinalist in Europa
Ajax staat voor het eerst sinds 2003 weer in de kwartfinales van een Europees toernooi. De Amsterdammers wonnen thuis met 2-0 van FC Kopenhagen, poetsten daarmee de 2-1 nederlaag uit de heenwedstrijd weg en schaarden zich onder de laatste acht in de Europa League.
Voorafgaand aan de wedstrijd waren beide ploegen niet zo aardig voor elkaar. Ajax toonde zich zelfverzekerd en achtte zich een stuk beter dan de tegenstander. De Denen gaven niet hoog op van de kwaliteiten van de Amsterdammers en verweten hen arrogantie.
Ajax was de laatste die lachte. Waar in Denemarken vrijwel alle duels door de thuisploeg werden gewonnen, waren de rollen dit keer omgedraaid. Ondanks de afwezigheid van de geschorste Davy Klaassen, bleef het geconcentreerd spelende Ajax de baas op het middenveld.
Voor rust leverde het overwicht al twee doelpunten op. Bertrand Traoré opende de score met een kopbal nadat een schot van Amin Younes slechts half was gekeerd. Pal voor rust werd Kasper Dolberg in het strafschopgebied neergehaald, waarna de Deen de strafschop zelf benutte.
Halverwege de eerste helft moest Joël Veltman naar de kant met een bilblessure. Hij werd vervangen door Kenny Tete, die net als Matthijs de Ligt een uitstekende wedstrijd speelde.
Kopenhagen, dat uitkwam in de Champions League, had dit seizoen slechts een keer verloren (1-0 bij Leicester), maar in Amsterdam werden de Denen in het eerste kwartier na rust overlopen. Ajax kreeg kansen via Hakim Ziyech, Younes en Traoré. Dolberg raakte zelfs de paal. Maar omdat de 3-0 niet viel, bleef het spannend.
De bezoekers waren echter murw gebeukt. Kopenhagen kon geen moment een vuist maken en was zelfs nauwelijks in staat er een slotoffensief uit te persen. De grootste kansen waren nog voor Dolberg en Younes, maar hun missers deden niets af aan het Amsterdamse feestje na afloop.