Eindelijk een Oscar voor Hollywoods grootste loser

Kevin O'Connell is niet langer de grootste verliezer van Hollywood. De geluidsman had een triest record op zijn naam staan: 20 Oscarnominaties en niet een keer gewonnen. Zijn 21ste nominatie kon hij vannacht verzilveren.

"Jullie hebben geen idee wat dit voor me betekent", zei een dolenthousiaste O'Connell. Uit de hartelijke reacties van het publiek bleek dat het hem duidelijk gegund werd.

Zijn eerste nominatie kreeg O'Connell (59) in 1984 voor de film Terms of Endearment. Daarna keerde hij gemiddeld elke twee jaar weer terug: voor Top Gun, voor A Few Good Men, voor Twister en voor twee Spider-Man films. Twee jaren werd hij zelfs voor twee films genomineerd, in 1997 en 1999.

In 2007 miste hij bijna de dood van zijn moeder doordat hij (wederom tevergeefs) de Oscar-ceremonie bijwoonde. Ze had erop aangedrongen dat hij ging; als oud-gediende in Hollywood wist ze hoe belangrijk de avond was. Zodra hij hoorde dat Dreamgirls zijn Apocalypto had verslagen racete hij naar haar sterfbed. "Ze overleed in mijn armen."

O'Connell raakte niet verbitterd door de lange reeks. "Ik bof", zei hij een paar jaar geleden. "Elk jaar worden er 300 tot 400 films gemaakt en slechts vijf krijgen dat telefoontje. En ik heb het al zo vaak gekregen."

O'Connell won eindelijk met Mel Gibsons Hacksaw Ridge. Van tevoren had O'Connell al gespeculeerd dat hij een goede kans maakte. "We zijn ook voor beste film, acteur en regie genomineerd. Dat betekent dat men de film wel leuk vond."

O'Connell bewaarde al zijn Oscar-speeches in een bureaula. "Elke keer schrijf ik een nieuwe, maar een ding blijft hetzelfde: ik dank altijd mijn moeder dat ze me heeft overgehaald in Hollywood te komen werken."

In zijn speech vanavond bedankte hij zijn moeder blij. "Ik weet dat je over me waakt."