'Carnaval in Venlo: dans, drink, geniet en laat het gaan'
"Dadelijk beleef je iets dat je nog nooit hebt gezien", zegt een bestuurslid van Jocus, de carnavalsvereniging van Venlo. Even later rijdt een trein het station binnen met 1500 carnavalsvierders, voornamelijk uit Limburg.
Als de bonte massa de stad in trekt zijn er veel pruiken en hoeden met bloemen te zien. De bordjes op de verkleedpakken geven aan dat de carnavalsvierder van boven de rivieren is. "Ik ben al bezig met de cursus voor gevorderden", lacht een man uit Haarlem. Hij is mee met een Limburgse vriendin.
Dans, drink, geniet en laat het gaan
Schrijver Jan van Mersbergen is er voor de elfde keer bij. De Amsterdammer situeerde een van zijn romans in Venlo tijdens het carnaval, het zogeheten vastelaovend. Hij is er dit jaar vijf dagen met zijn vriendengroep.
Van Mersbergen noemt het feest "groot als het leven zelf". Er wordt gelachen, maar ook de ernstige zaken van het leven passeren ook de revue, zegt hij. Onder het motto: dans, drink, geniet en laat het gaan. Volgens Van Mersbergen kom je mensen tegen met wie je hartsgeheimen deelt en die je daarna nooit meer ziet.
'Pekskes'
Iedereen is welkom, maar in Venlo gelden wel een paar ijzeren regels. De liederen zijn in het dialect van de stad. Als je er een paar kunt meezingen dan zit je goed. De kledingstukken, de pekskes, zijn bij voorkeur zelfgemaakt. Boerenkielen horen niet. Er wordt tijd aan besteed, zo is overal te zien.
Een groep vriendinnen heeft voor iedere dag een andere uitdossing. Gisteren waren ze bloemenmeisjes, vandaag lopen vijf indianen van plein naar plein.
Op de podia spelen de muziekkorpsen, joekskapellen heten ze in Venlo. De massa deint mee, de polonaise wordt niet gelopen. "Doen we hier niet", legt een man uit. Bij het Venlose carnaval horen tradities.
Huilen
De prins van het Venlose carnaval, Prins Lex I, is wel iets gewend, maar toen hem werd gevraagd het allerhoogste ambt te bekleden, kwamen de tranen. Presentator Lex Uiting is geboren in Venlo, maar woont al jaren elders: in Amsterdam. Daarom kwam hij eigenlijk niet in aanmerking.
Maar Lex Uiting toch vragen, bleek een gouden greep. Hij voegde meteen een nieuw lied toe aan het repertoire. Uiting bezingt wat kennelijk veel wordt gevoeld. Het lied klinkt voortdurend door de met confetti bestrooide straten. De drang om toch altijd weer terug te keren naar het zuiden."Bring mich maar nao hoes..."
Woensdag is het feest voorbij. En dan begint het grote verlangen. "Eigenlijk meteen al" bekent een vrouw. Het verlangen naar de volgende vastelaovend.