Kiezers zijn helemaal klaar met beloften van politici

De meeste kiezers hebben geen begrip voor politici die allerlei beloften doen. Sterker nog, het schaadt hun vertrouwen in de politiek. Dat blijkt uit een onderzoek van Ipsos, in opdracht van de NOS.

Bijna 60 procent van de ondervraagden zegt dat beloften door politici hun vertrouwen in de politiek schaden. Slechts 13 procent is het daar niet mee eens. Volgens de meeste kiezers heeft het doen van beloften ook geen zin. Slechts 17 procent van de mensen zegt dat ze dankzij beloften van politici beter weten wat politici willen.

Lageropgeleiden kunnen beloften van politici minder waarderen dan hogeropgeleiden. Zij geven vaker dan hogeropgeleiden aan dat beloften hun vertrouwen in de politiek schaden en hebben er minder begrip voor.

De helft van de Nederlanders heeft sowieso geen vertrouwen in politici. Vooral onder 35- tot 49-jarigen en mensen die overwegen op de PVV te stemmen is het vertrouwen in politici laag. Jongeren en hoogopgeleiden hebben iets meer vertrouwen in politici, ook al is dit nog een minderheid.

Het vertrouwen in de Nederlandse democratie is iets groter: een derde heeft er vertrouwen in, dit zijn vaker de hogeropgeleiden. Lageropgeleiden hebben vaker juist geen vertrouwen in de democratie. Van alle kiezersgroepen hebben kiezers van de regeringspartijen het meeste vertrouwen in de democratie: ruim 60 procent heeft vrij veel tot heel veel vertrouwen in de democratie.

Kiesdrempel

De helft van de kiezers vindt dat discussies in de Tweede Kamer de afgelopen jaren zijn verruwd. Ruim vier op de tien merken deze verruwing ook in politieke discussies in eigen omgeving. PVV'ers ervaren dat in mindere mate dan andere kiezersgroepen.

Kiezers lijken zich ook te ergeren aan het aantal politieke partijen en hun afsplitsingen. Van de kiezers zegt 48 procent voorstander te zijn van een kiesdrempel van 5 procent. Daardoor zou de kleinste partij minimaal zeven zetels moeten halen. Vooral VVD'ers en CDA'ers zijn daar voorstander van: twee op de drie steunt invoering van zo’n kiesdrempel. Slechts 16 procent van de kiezers is tegen.

Mark Rutte wordt het meest genoemd als favoriete premier van een volgend kabinet, met Geert Wilders als tweede. Onder lageropgeleiden is Wilders favoriet: van hen ziet 19 procent hem het liefst als volgende minister-president. Hogeropgeleiden kiezen voor Rutte en in mindere mate Alexander Pechtold of Jesse Klaver.