ABN Amro stopt relatie met bedrijf achter omstreden pijplijn
ABN Amro stopt als financier van het Amerikaanse concern ETE dat via een dochterbedrijf betrokken is bij de aanleg van een omstreden oliepijpleiding in de Amerikaanse staat Noord Dakota. De oliepijpleiding loopt door het gebied van de Sioux-indianen die zeggen dat er veel schade wordt aangericht.
Na felle protesten van de indianen waren alle vergunningen ingetrokken. Er werd een uitgebreid onderzoek ingesteld naar de milieuschade die het project zou veroorzaken. Maar president Trump liet kort na zijn aantreden weten dat hij de onderzoeken niet wil afwachten.
Lening
"De werkzaamheden zijn vorige week weer hervat", zegt een woordvoerder van ABN Amro. "Terwijl er geen instemming is van de Sioux-indianen. Dat druist in tegen ons duurzaamheidsbeleid. Daarom hebben wij ETE laten weten dat we de kredietfaciliteit met het bedrijf willen stoppen." De bank heeft een lening uitstaan van 45 miljoen dollar. Hoe de bank dat geld terug gaat halen, wil de bank niet zeggen. "Dat is iets tussen ons en de klant."
Het Amerikaanse Energy Transfer Equity (ETE) zelf is niet betrokken bij de aanleg van de Dakota-pijplijn. Dat doet dochterbedrijf Energy Transfer Partners (ETP). ABN Amro is zelf geen investeerder in de pijplijn, maar de link via het moederbedrijf is voor de bank dus voldoende om de relatie te verbreken.
ING
Concurrent ING is wel direct betrokken bij de financiering van de Dakota-pijplijn. De bank maakt deel uit van een consortium van zeventien banken dat een krediet van 2,5 miljard dollar ter beschikking heeft gesteld. ING heeft er 120 miljoen dollar in gestoken.
Voor ING is de situatie op dit moment niet veranderd. "Wij blijven praten met de partijen om onze invloed uit te oefenen", zegt een woordvoerder. "Het geld is al uitgeleend, daar kunnen we niets meer aan doen. Het is wel zo dat we geen nieuwe financiering meer zullen verstrekken."