Politieke partijen branden zich niet aan de monarchie
Piet van Asseldonk
Redacteur Koninklijk Huis.
Piet van Asseldonk
Redacteur Koninklijk Huis.
Koning Willem-Alexander heeft van de komende Kamerverkiezingen weinig te vrezen. Veel partijen wijden warme woorden aan verdere democratisering en aan vormen van directe democratie, maar in overgrote meerderheid branden zij zich niet aan de nog altijd populaire monarchie. Dat blijkt uit hun verkiezingsprogramma’s voor de jaren 2017-2021.
Wél vinden nogal wat partijen dat Willem-Alexander toe kan met wat minder geld en zeggen ze dat het koningschap nog meer ceremonieel moet worden. Maar een parlementaire meerderheid tekent zich op deze punten niet af.
Behalve op meer democratie hamert het gros van de partijen in hun verkiezingsprogramma’s op herwaardering van nationale waarden en tradities. De monarchie staat door het via erfopvolging aanwijzen van ons staatshoofd niet te boek als een toonbeeld van democratie, maar is sinds jaar en dag wél het symbool van onze nationale identiteit.
Met dit dilemma kampen veel politieke partijen. Dat is terug te zien in hun plannen voor de komende kabinetsperiode. Dat geldt voor zowel de gevestigde partijen als de nieuwkomers op de kiezersmarkt.
'Verbindende factor'
De regeringspartijen VVD en PvdA besteden in hun verkiezingsprogramma’s nauwelijks een woord aan de monarchie. De VVD is uit op “een nieuwe balans in de staatsrechtelijke verhoudingen”, maar zegt op haar site vast te houden aan “de monarchie als de beste staatsvorm voor Nederland”.
De PvdA bepleit “experimenten met nieuwe vormen van democratische betrokkenheid”. De sociaal-democraten houden het erbij dat de monarchie “een belangrijke verbindende factor is in de Nederlandse samenleving” en vinden het daarom noodzakelijk “de monarchie te moderniseren, ook financieel”.
Onverkort voorstander van de monarchie zijn de christelijke partijen CDA, SGP en ChristenUnie. “Nederland is een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel. Nederland is een van de meest stabiele democratieën in de hele wereld”, aldus de SGP. Ouderenpartij 50Plus is voor een “eigentijdse monarchie”.
Sober
D66, SP en GroenLinks zijn het meest kritisch. D66 erkent de verbindende rol van de koning en zijn familie in onze samenleving, maar wil een in alle opzichten soberder koningschap. Ook de Partij voor de Dieren zit op deze lijn.
De SP streeft “naar een republiek”. De socialisten berusten “tot die tijd” in de monarchie. Tenminste “als het staatshoofd geen politieke invloed heeft, maar alleen ceremonieel is” en de leden van het Koninklijk Huis “voortaan zelf hun privékosten en – net als iedereen – belasting over inkomen en vermogen betalen”. GroenLinks zegt: “Op termijn wordt Nederland een republiek en wordt het staatshoofd gekozen.”
De PVV zwijgt in haar (korte) verkiezingsprogramma, waarin de partij directe democratie en meer macht voor de burgers benadrukt, over koning en monarchie. Voor de nieuwe partijen is de monarchie ook geen hot item. Ze maken er geen woord aan vuil, zoals de Piratenpartij en Forum voor Democratie van Thierry Baudet, of ze spreken zich in algemene termen uit voor een “modern koningschap”.
Gemeenschapszin
VNL van Jan Roos is voor een “puur ceremonieel koningschap” en wil af van koninklijke belastingvoordelen. Ook Denk wil dat het Koninklijk Huis zijn fiscale voordelen inlevert, maar verklaart zich onomwonden voorstander van de monarchie, omdat die “mede vormend is voor onze nationale identiteit en op een verbindende wijze bijdraagt aan onze gemeenschapszin”.
Samenvattend: wat de verkiezingen ook aan koerswijzigingen opleveren, ze zullen de monarchie nauwelijks beroeren. Hooguit moet Willem-Alexander het wat zuiniger aan gaan doen en wellicht wennen aan een andere premier.