Ajax en Brazilianen: alleen Maxwell schot in de roos
David Neres is vrijdagmiddag gepresenteerd bij Ajax. De 19-jarige vleugelspeler is de achtste Braziliaan in de historie van de club. Van zijn zeven voorgangers was er eigenlijk maar één die bijna alles speelde en daarna bij grote clubs successen vierde. Zijn naam: Maxwell Scherrer Cabelino Andrade, kortweg Maxwell.
De andere zes Brazilianen waren minder succesvol. Welke Brazilianen droegen allemaal het shirt van Ajax?
Márcio Santos (1995-1997)
Louis van Gaal dacht in 1995, na het winnen van de Champions League, met Márcio Santos dé opvolger van Frank Rijkaard naar Amsterdam te hebben gehaald. Die verwachting was niet zo vreemd. De stevige mandekker was namelijk basisspeler in het Braziliaanse elftal dat in 1994 wereldkampioen werd.
Santos kon zijn torenhoge verwachtingen nooit waarmaken. Dat kwam ook door Frank de Boer, die een waardige concurrent bleek voor de Braziliaan. Bovendien was Santos op een gegeven moment vaker te vinden in het uitgaansleven dan in de basisopstelling.
Toch zal de Braziliaan niet snel vergeten worden. In december 1996, in de topper tegen PSV, zorgde Santos namelijk voor een record dat nog altijd op zijn naam staat. Santos verving in de 54ste minuut Mario Melchiot en 19 seconden later haalde hij de doorgebroken Luc Nilis neer. Scheidsrechter Dick Jol kende geen genade en toonde hem de rode kaart, de snelste ooit na een invalbeurt.
Het kwam daarna niet meer goed bij Ajax. Hij keerde terug naar Brazilië en speelde in zeven jaar bij tien verschillende clubs.
Wamberto (1998-2004)
Een jaar na het vertrek van Santos kwam Wamberto naar Amsterdam. Ajax kocht de frêle buitenspeler voor 5 miljoen gulden van Standard Luik. Wamberto groeide al snel uit tot cultheld. Hij kende sterke periodes, maar was ook regelmatig onzichtbaar. Hoewel hij niet heel succesvol was, bleef hij toch vijf seizoenen bij Ajax.
Zijn bekendste actie is een doelpunt dat nooit had mogen tellen. In de bekerfinale van 2002 tegen FC Utrecht zorgde hij in de laatste minuut van de officiële speeltijd vanuit buitenspelpositie voor de 2-2. Verlengen dus.
In die verlenging schoot Zlatan Ibrahimovic de toen nog bestaande golden goal tegen de touwen.
Maxwell (2001-2005)
In 2001 kocht Ajax de linksback Maxwell van het Braziliaanse Cruzeiro. Dat werd een groot succes. Maxwell groeide uit tot een van de beste backs van Nederland en werd in 2004 uitgeroepen tot voetballer van het jaar.
De verfijnde verdediger was onderdeel van de successelectie van Ronald Koeman, die in 2002 en 2004 kampioen werd en in 2002 de KNVB-beker veroverde.
In het seizoen 2002/2003 stond hij met Ajax op de drempel van de halve finales van de Champions League. Na de 0-0 in Amsterdam verloor Ajax met onder anderen Zlatan Ibrahimovic, Christian Chivu, Hatem Trabelsi, Andy van der Meijde, Steven Pienaar, Rafael van der Vaart, John Heitinga en Wesley Sneijder de uitwedstrijd met 3-2 van AC Milan na een doelpunt van Jon-Dahl Tomasson in blessuretijd.
Zijn periode bij Ajax eindigde echter in mineur. In 2004 raakte Maxwell namelijk in de halve finale van de KNVB-beker tegen Willem II zwaar geblesseerd aan zijn knie. Na een revalidatie van bijna zeven maanden vertrok hij in de winterse transferperiode van het seizoen 2004/2005 naar Internazionale.
Later speelde hij nog voor FC Barcelona en Paris Saint-Germain, de club waar hij nog steeds onder contract staat.
Leonardo (2007-2009)
Leonardo Vitor Santiago kwam in januari 2007 bij Ajax terecht. De goedlachse dribbelaar werd door trainer Henk ten Cate als linksbuiten gebruikt, hoewel hij juist bij NAC Breda was vertrokken omdat hij niet meer op de flanken wilde spelen.
Leonardo groeide opvallend genoeg op bij Feyenoord en won in 2002 de UEFA Cup met de Rotterdammers. Bij Ajax pikte hij zijn wedstrijden mee, maakte af en toe ook nog een doelpunt, maar scheurde na twee maanden een kruisband in zijn knie.
Tien maanden later maakte hij zijn rentree. Maar ook na zijn blessure kon hij niet uitgroeien tot een vaste basiskracht. In het seizoen 2008/2009 zette trainer Marco van Basten hem in eerste instantie op de transferlijst, maar wegens blessures bij aanvallers mocht hij toch blijven.
In de UEFA Cup was hij vervolgens belangrijk tegen Fiorentina. Thuis maakte hij de 1-1 en daarmee ging Ajax naar de achtste finales.
Filipe Luis
De andere drie Brazilianen (Filipe Luis, Kerlon en Zé Eduardo) maakten nooit speelminuten in het eerste elftal, maar twee van hen wisten toch naam te maken.
Op een internationaal jeugdtoernooi in Toulon viel Filipe Luis op bij de scouts van Ajax. De Amsterdammers huurden de vleugelverdediger, die Maxwell moest vervangen, van Figueirense FC. Maar Luis speelde geen minuut en de optie tot koop werd niet gelicht.
Een paar jaar later kwam de kwaliteit van Luis toch bovendrijven. Hij kwam bij Atlético Madrid en Chelsea terecht. Luis won veel prijzen. Met Atlético won hij de Europa League en de landstitel en ook met Chelsea werd hij kampioen.
Kerlon en Zé Eduardo
In 2009 presenteerde Ajax twee jonge talenten. Zé Eduardo (Cruzeiro) en Kerlon (Internazionale) werden op huurbasis gehaald.
Kerlon kreeg vooral bekendheid doordat hij tijdens wedstrijden de bal op zijn hoofd een aantal keren hoog wist te houden. Hij kreeg daarom de bijnaam 'de zeehond'. Kerlon kreeg echter nooit de kans om zijn kenmerkende dribbel te laten zien in de Arena. In Jong Ajax brak hij zijn been en keerde vervolgens terug naar Inter. Tegenwoordig verdient Kerlon zijn geld in Slowakije, bij Spartak Trnava.
Zé Eduardo stelde op alle fronten teleur. Hij was zelfs niet goed genoeg voor Jong Ajax, maakte het seizoen af bij de A-jeugd en kreeg logischerwijs geen contract aangeboden.
Brazilianen bij Ajax
Naam | Periode | Wedstrijden / goals | Huidige club |
Marcio Santos | 1995-1997 | 21 / 1 | Gestopt |
Wamberto | 1998-2004 | 122 / 26 | Gestopt |
Maxwell | 2001-2005 | 114 / 9 | Paris Saint-Germain |
Filipe Luis | 2004-2005 | - | Atlético Madrid |
Leonardo | 2007-2009 | 40 / 5 | Zonder club |
Kerlon | 2009-2010 | - | Spartak Trnava |
Zé Eduardo | 2009-2010 | - | Zonder club |
David Neres Campos | 2017-? | - | Ajax |