De onmogelijke tentoonstelling over Srebrenica komt er nu echt
Jonge jongens in een wachttoren, spelend met een hond. En daarnaast beenderen in een massagraf. Het zijn grote contrasten in een tentoonstelling over de val van Srebrenica die met horten en stoten tot stand kwam.
In de voormalige slaapzalen van Dutchbat gaat donderdag het museum open dat zowel recht moet doen aan de verhalen van nabestaanden als die van Nederlandse Dutchbat-militairen.
De laatste foto’s en teksten worden uitgepakt en opgehangen. De afgelopen jaren is er gewerkt aan zo'n museum door Herinneringscentrum Kamp Westerbork, vredesorganisatie Pax en Bosnische organisaties. Het bleek lastig om de juiste beelden en woorden te kiezen waar iedereen achter kan staan.
Bij de renovatie van de oude compound van Dutchbat door een Bosnische aannemer is veel misgegaan. Hij heeft waarschijnlijk niet de juiste instructies gekregen. De muren zijn grotendeels wit gestuukt. Daardoor is veel verloren gegaan.
Samensteller Brinks vindt het vreselijk dat het is gebeurd: "Hier zaten tegeltjes waar van alles op was geschreven. Het was een groot geheel met heel veel graffiti. Er zijn andere manieren waarop je dit soort dingen en zo’n muur kunt conserveren, waardoor het beter bewaard blijft en waardoor je de context kunt blijven zien. In mijn ogen ben je eigenlijk bezig met het verpesten van erfgoed, wat ik best wel kwalijk vind."
Dat begint al met het benoemen van het wegvoeren van 8000 moslimmannen die zijn vermoord door Bosnisch-Servische troepen, hoorde verslaggever Marcel van der Steen. Hij sprak met samensteller en historicus Monique Brinks van Kamp Westerbork.
Brinks: "Als je een zin gaat maken om iets te beschrijven, dan moet je ieder woord wegen. Zeker in dit verhaal is dat heel moeilijk geweest en ook heel frustrerend. Ik denk dat het project wel een half jaar is vertraagd, puur door alle overleggen die er zijn geweest."
De samenstellers hebben geprobeerd de mening van de inwoners van Srebrenica, de families van slachtoffers en die van Dutchbatters te combineren. Dat bleek heel lastig. "Spreek je bijvoorbeeld over een evacuatie of een deportatie van de moslimmannen?"
NIOD-rapport
Brinks vertelt dat is gekozen voor het woord 'deportatie', op basis van onderzoek door het NIOD en het instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies. "Het NIOD-rapport gebruikt heel bewust het woord deportatie. Die wijdt er ook een heel hoofdstuk aan waarom ze dat doen. Maar het is een woord dat niet door alle Dutchbatters wordt gebruikt. Maar wel een woord waar wij voor kiezen."
Deze expositie leidt opnieuw tot spanningen.
Tijdens de voorbereidingen is rekening gehouden met de visie van nabestaanden en Dutchbat-militairen. Met Bosnische Serviërs is niet gesproken. Volgens een inwoner van Srebrenica is dat een kwalijke zaak. Hij zegt: "Er waren ook Servische slachtoffers. Als wij een tentoonstelling zouden maken, zou die anders zijn dan deze. Misschien moeten wij ons eigen museum openen. Deze expositie leidt opnieuw tot spanningen."
Historicus Brinks zegt dat bewust voor deze opzet is gekozen, om praktische redenen: "Als dat zo gevoelig ligt, dan is het vrijwel onmogelijk om die kant er dan ook nog in te brengen. Het was al vrij snel duidelijk dat dat hem niet ging worden. Ik hoop dat het over tien of twintig jaar wel kan. Maar dat zal moeten blijken."