"Mijn overgrootmoeder is besneden. Ik schrok erg toen ik dat hoorde. Je denkt toch na over de gevolgen: hoe je daarna moeite kunt hebben met kinderen krijgen of je hele leven last kunt houden tijdens seks."
Vandaag is het zero tolerance-dag: een wereldwijde actiedag van de VN tegen vrouwenbesnijdenis.
Sanne Thijssen (22) is jeugdambassadeur Seksuele en Reproductieve Gezondheidsrechten (SRGR). De half-Keniaanse bezocht het geboorteland van haar moeder om een alternatieve vrouwenbesnijdenis bij te wonen. "Ik besef dat het mij ook had kunnen gebeuren."
De meisjes werden gezegend door de krijgers van hun stam.
Ze was daar uitgenodigd door de organisatie Amref Flying Doctors, die de houding van stammen ten opzichte van besnijden probeert te veranderen. Bij een masai-stam in Magadi is dat gelukt: zij doen niet meer aan besnijden en doen mee aan een alternatief ritueel.
"Op de eerste dag kregen de meisjes voorlichting over autonomie - dat je nee kunt zeggen tegen seks - en de mannen kregen les over hoe ze hun zusjes en nichtjes kunnen beschermen. Die avond was er een candlelight-ceremonie met zang en dans. De dag erop was het echte ritueel: de meisjes werden gezegend door de krijgers van hun stam", vertelt Sanne.
Voor Sanne was het erg leerzaam. "Ik ben het gebruik iets meer gaan begrijpen. Ik heb gezien dat het per stam of dorp heel erg verschilt hoe mensen over vrouwenbesnijdenis denken. Ook denk ik dat ik de achterliggende factoren nu beter begrijp: mensen zien vaak de implicaties helemaal niet. Sommigen zien het gewoon als een snee. Of ze doen het juist om hun meisjes te beschermen. Of er zijn economische redenen: families krijgen geld als ze meisjes kunnen uithuwelijken."
Als je echt iets wilt doen tegen besnijdenis, kun je volgens Sanne de mensen die het uitoefenen beter niet direct veroordelen. Om die reden gebruikt ze liever niet het woord mutilatie niet. "Als je dat doet, is het gesprek meteen afgelopen. Je laat daarmee niet echt zien dat je probeert ook hun kant te begrijpen."
Volgens Afrika-correspondent Koert Lindijer komt vrouwenbesnijdenis in Kenia nog vaak voor, maar is er wel een verandering aan de gang. "Het is zeker nog niet afgeschaft, maar de afgelopen twintig jaar staat het wel ter discussie. Dat is verrassend snel; bij andere volken duurt zo'n verandering vijftig tot zestig jaar."
De belangrijkste reden voor de verandering is dat sommige masai-stammen in contact zijn gekomen met andere volken. "Het laat hen nadenken over wat goed is voor de meisjes. Dat gaat niet alleen over de besnijdenis, maar het is een heel proces, waarbij vrouwen meer rechten en een andere positie in de maatschappij krijgen."
Het grootste verzet tegen de verandering komt van de oudere vrouwen, die het zien als onderdeel van hun cultuur. Volgens Koert hebben mannen daarentegen geen idee wat er met de vrouwen gebeurt.
Sanne is na het project voorzichtig optimistisch over de aanpak van vrouwenbesnijdenis. "Het is niet gemakkelijk. Amref heeft er jaren over gedaan om deze stam te overtuigen. Ik denk dat dit soort werk opgeschaald moet worden naar andere gebieden."
En waarom moeten ook jongeren in Nederland hiervan weten? Sanne: "Het is een belangrijk onderwerp dat aandacht verdient. Daarnaast weten we niet precies hoe veel het in Nederland gebeurt. Het is belangrijk om mensen bewust te maken, omdat we dan misschien de meisjes in Nederland kunnen bereiken en helpen."