Broertjes Visser: via korfballen naar Six Nations-rugby
Er is een kleine revolutie gaande in de Nederlandse rugbywereld. De sport had het lange tijd moeilijk in Nederland, maar na twee knappe zeges op Oekraïne en Moldavië heeft Oranje een sprongetje gemaakt op de wereldranglijst.
"Het gaat inderdaad goed", vertelt de 26-jarige international Sep Visser. "Je merkt dat de sport een stuk populairder is geworden en dat komt voor een groot deel door mijn broer Tim. Steeds meer kinderen gaan op rugby."
Tim Visser, die sinds 2012 uitkomt voor Schotland, is de laatste jaren hét Nederlandse gezicht van rugby. Daarnaast is zijn jongere broer Sep een vaste waarde in de Nederlandse ploeg. Samen met vader Marc (oud-rugbyer) was Sep Visser te gast bij Langs de Lijn En Omstreken. Vanuit Londen praatte Tim via de telefoon mee.
Oranje doet het volgens Sep ook goed dankzij de Zuid-Afrikaanse bondscoach Gareth Gilbert. "Hij is erg georganiseerd en zegt ons precies wat we moeten doen. Bovendien selecteert hij de juiste jongens: een combinatie van jonge spelers en ervaren gasten. Dat blijkt erg succesvol."
Ook al gaat het goed met het Nederlandse rugby, het is volgens Tim en Sep niet te vergelijken met de competitie overzee. "Tim kan elke dag trainen en in Engeland verdienen die jongens veel meer geld. Wij rugbyen graag hier in Nederland, maar ik heb er wel gewoon een baan naast."
Omdat Sep op jongere leeftijd al voor Oranje had gespeeld, was het voor hem niet meer mogelijk voor een ander land uit te komen. Dat lag voor Tim net iets anders. Hij komt sinds 2012 uit voor Schotland. "Het is jammer voor het Nederlandse rugby", aldus Sep. "En voor mij jammer dat we niet samen kunnen spelen."
Met Schotland doet Tim vanaf komend weekend mee aan het Six Nations-toernooi, met de zes grootste rugbylanden van Europa. "Dit is het hoogst haalbare", aldus de 29-jarige Tim. "Je kunt het vergelijken met het EK voetbal. Het is een heel erg mooi toernooi."
Met een vader die rugbyde en een moeder die korfbalde, was het voor de jongens vroeger lastig een sport te kiezen. Tim en Sep begonnen met korfbal, maar ze merkten al snel dat het niet de juiste sport voor ze was.
Sep: "Wij waren te fysiek voor korfbal. Toen ik aan de haren van meisjes begon te trekken, heeft onze moeder ons snel weggehaald bij de club en naar rugby gebracht. Zij schaamde zich dood voor ons."
Toch klopt het ruwe karakter dat rugby heeft, ook niet helemaal, vindt Sep. "Het is een sport die draait om zeer veel discipline. Je leert dingen die je kunt gebruiken in de samenleving, zoals respect. Wij vechten tachtig minuten tegen elkaar, maar dat gaat altijd met heel veel respect."
"Bovendien gaat het niet alleen over grote, gespierde jongens. Tim en ik zijn lang en atletisch, maar je hebt ook sterke en zware jongens nodig. Dat is het leuke aan rugby: het maakt niet uit of je lang, dun, dik of sloom bent."