Hogere prijzen, inflatie nadert door ECB gewenste niveau

De prijzen in de eurozone zijn fors opgelopen. In een maand tijd ging de gemiddelde inflatie in de eurozone van 1,1 naar 1,8 procent, meldt het Europees statistisch bureau Eurostat.

De belangrijkste oorzaak zijn de hogere olieprijzen en de daaruit voortvloeiende hogere brandstofprijzen. Energie was in januari ruim 8 procent duurder dan een jaar geleden.

De Europese Centrale Bank probeert al jaren de inflatie in de eurozone op te krikken. Al drie jaar zit deze onder de doelstelling van zo'n 2 procent. Door de rente te verlagen en door miljarden in de economie te pompen, probeerde de centrale bank de prijzen omhoog te krijgen.

Een inflatie van iets minder dan 2 procent wordt door de Europese Centrale Bank gezien als een gezond niveau dat past bij een goed draaiende economie. Het is niet de verwachting dat de ECB het beleid meteen aanpast door de hogere inflatie, zegt Aline Schuiling, econoom bij ABN Amro.

Ze wijst erop dat de kerninflatie, als je olie en voedsel niet meetelt, nog altijd te laag is. De kerninflatie blijft al sinds mei vorig jaar onder de 1 procent steken. "De prijs van diensten is deze maand zelfs wat afgenomen. ECB zal willen afwachten tot de inflatie voor de langere termijn op een hoger niveau komt en stabiel blijft."

Minder werklozen

Eurostat publiceerde ook cijfers over de economische groei en de werkloosheid. De groei kwam over het hele jaar gezien uit op 1,7 procent.

De werkloosheid in de eurozone daalde afgelopen jaar naar 9,6 procent van de beroepsbevolking. Dat is 0,9 procentpunt minder dan een jaar eerder.