Japanse jagers sterven uit, maar vrouwen springen bij
Chiaki Kodama blaast op haar hertenfluitje en al snel springt er een bok tevoorschijn. Ze richt, en haalt langzaam de trekker over.
Het dier wordt geraakt, maar springt het bos weer in. De ervaren jager Kodama gaat erachteraan, met in haar voetspoor een leerling, Aoi Fukuno.
Volg het bloedspoor, adviseert Kodama haar studente als ze het bosrijke berggebied in trekken. De laatste tijd melden zich steeds meer Japanse vrouwen voor de jacht. En dat terwijl het jagen eeuwenlang het exclusieve domein van mannen was. Ooit was het zelfs taboe om zelfs maar over vrouwen te praten tijdens de jacht.
Het aantal jagers in Japan daalt al jaren drastisch. En de vooruitzichten zijn slecht: van de 105.000 geregistreerde jagers is twee derde ouder dan 60. In de jaren 70 waren er nog een half miljoen jagers in Japan.
Het effect is merkbaar. Zo is het aantal herten sinds de jaren 90 van 400.000 gestegen naar meer dan 3 miljoen.
Herten en wilde zwijnen vreten het bos op. Maar boeren klagen ook over grote schade aan hun gewassen. Volgens het ministerie van Landbouw bedraagt de schade 170 miljoen euro per jaar.
De jagersbond richt zich daarom nu op vrouwen. Alle middelen worden daarbij ingezet, zoals sociale media en gratis trainingen. In de jagershutten worden toiletten speciaal voor vrouwen neergezet.
En vrouwen die eenmaal zijn opgeleid, worden snel zelf leraar om andere vrouwen het vak te leren. Zoals Chiaki Kodama nu haar ervaring overbrengt op Aoi Fukuno.
Als Kodama en Aoi het bloedspoor volgen, vinden ze uiteindelijk het hert dood op een boomstronk. Kodama laat Aoi zien hoe het dier geprepareerd moet worden. Ze legt het in de rivier om het bloed eruit te krijgen.
Aoi is onder de indruk. "Het is opwindend om eindelijk te zien, waar ik al zoveel over heb moeten lezen om mijn jachtvergunning te bemachtigen."