Europa wist van dieselgate en deed alles om industrie te ontzien
EU-landen en de Europese Commissie hebben veel te weinig gedaan om te voorkomen dat dieselauto’s te veel schadelijke stoffen uitstoten. Er was zelfs sprake van wanbestuur, is de conclusie van het voorlopige rapport van de commissie die onderzoek deed namens het Europees Parlement. Het rapport komt vanmiddag uit, maar de NOS heeft de conclusies al ingezien.
"Dieselgate had nooit kunnen plaatsvinden als de lidstaten en de Europese Commissie gewoon hadden gedaan wat ze volgens de wet moeten doen", zegt Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy (D66) die het rapport schreef.
De onderzoekscommissie stelt dat de EU de auto-industrie keer op keer de hand boven het hoofd hield. Landen wilden hun eigen automerken niet hard aanpakken uit vrees dat het de bedrijven zou schaden.
Zo wisten politici en ambtenaren al heel lang dat auto’s op de weg veel meer schadelijke stoffen uitstoten dan in het laboratorium. Er werd wel gesproken over strengere testen, maar de invoering daarvan werd jaren uitgesteld. Vooral Spanje, Frankrijk en Italië lobbyden actief in Brussel om strengere regels te voorkomen.
Uiteindelijk is er heel bewust voor gekozen om niets te doen. De belangen van de industrie werden gesteld boven goede luchtkwaliteit.
Ook de Europese Commissie beschermde de auto-industrie. Waarschijnlijk wisten Eurocommissarissen al vanaf 2005 dat diesels te veel vervuilende stoffen uitstootten. Gerbrandy: "Er is uitgebreide discussie binnen de Europese Commissie geweest. Er zijn zelfs brieven uitgewisseld tussen de commissaris van Milieu en die van Industrie. Maar uiteindelijk is er heel bewust voor gekozen om niets te doen. De belangen van de industrie werden gesteld boven goede luchtkwaliteit."
Volgens de onderzoekscommissie was er op verschillende punten sprake van wanbestuur. Bijvoorbeeld omdat lidstaten meer geld hadden moeten besteden aan het controleren van auto’s. Ook onderzochten ze niet waarom auto’s op de weg veel vuiler waren dan in het lab, terwijl ze dat wel wisten.
De onderzoekscommissie verhoorde het afgelopen jaar onder meer oud-Eurocommissarissen, nationale politici en vertegenwoordigers van autobedrijven. Die verhoren waren openbaar, dus echte onthullingen zijn in het rapport niet te lezen. Het somt op wat er verkeerd ging en daarover oordeelt de commissie hard.
Tijdens de verhoren kaatsten oud-Eurocommissarissen en de auto-industrie de bal vaak terug naar het Europees Parlement. Dat had ook niets gedaan om te voorkomen dat het dieselschandaal uitbrak, luidde het.
Volgens Gerbrandy is dat een onzinnig verwijt. "Het Europees Parlement had vooral een wetgevende rol. De wetten zaten op zich goed in elkaar. Handhaving en implementatie van die wetten is aan de lidstaten en aan de Europese Commissie."
Hoe hard het Europees Parlement ook oordeelt over politici en over de auto-industrie, er zullen geen straffen uit voortkomen. Het parlement kan geen individuele commissarissen wegsturen of op een andere manier straffen. De Europese Commissie kan dat wel en is inmiddels tegen zes landen procedures gestart die uiteindelijk tot boetes kunnen leiden.