Waarom twijfelen we aan 'het verraad van Anne Frank'?
Iedere toerist in Amsterdam of basisscholier krijgt het verhaal te horen. Hoe een jong Joods meisje met haar familie achter een boekenkast verstopt de Tweede Wereldoorlog probeert te overleven, maar bijna op het laatste moment toch wordt verraden. Maar hoe weten we dat eigenlijk zo zeker?
In een onderzoek van de Anne Frank Stichting zelf wordt nu betwijfeld of Anne en haar familie wel zijn verraden. Er wordt rekening mee gehouden dat ze per toeval zijn ontdekt, zo werd gisteravond bekend. Dit is wat we weten:
De vlucht naar Amsterdam
De familie Frank verhuisde in 1933 van Frankfurt naar Amsterdam, om aan vervolging in Duitsland te voorkomen. Het gezin woonde aan het Merwedeplein, en moest in 1942 onderduiken. Dat gebeurde aan de Prinsengracht 263, waar het bedrijf van vader Otto was gevestigd. Naast de familie Frank zaten ook de familie Van Pels en Fritz Pfeffer ondergedoken in het achterhuis.
Voor in het pand werd doorgewerkt. Een aantal personeelsleden wist van de onderduikers, zoals bijvoorbeeld Johan Voskuijl, de maker van de deur achter de boekenkast. Die leidde via een trap naar het achterhuis, waar de onderduikers verstopt zaten.
De inval
Op 4 augustus 1944 deed de Sicherheitsdienst een inval in het pand. Het aantal betrokken agenten staat niet vast, maar van drie van de agenten is de identiteit bekend. En hier begint de twijfel. Want voor twee van de drie agenten is het opsporen en oppakken van Joden of onderduikers geen hoofdtaak. Zij richtten zich op economische delicten, zoals fraude met bonnen.
Dat maakt het aannemelijk dat de agenten in de eerste plaats voor bonnenfraude langskwamen. Twee andere mannen, die ook in het pand werkten, waren daar enkele weken eerder voor opgepakt. Anne Frank noemt het tweetal ook in haar dagboek.
Naast de onderduikers worden ook twee personeelsleden opgepakt tijdens de inval, waaronder directeur bedrijfsvoering Kugler. Hij leidde de politie rond tijdens de huiszoeking en moest in eerste instantie allerlei dozen, balen en zakken openen. "Ik dacht nog bij mezelf, als het maar een huiszoeking is, hoop ik dat het snel voorbij is", zei hij in 1957 in een interview.
Uiteindelijk ontdekken de agenten de onderduikers in het achterhuis. Anne Frank en de anderen worden gearresteerd. Ze worden gedeporteerd naar Westerbork en later naar andere kampen.
Vader denkt aan verraad
Otto Frank overleeft als enige van zijn familie de oorlog. Zijn vrouw sterft in Auschwitz en zijn dochters, Anne en Margot, in Bergen-Belsen. Bij terugkomst in Nederland denkt Frank aan verraad. Samen met de mensen die hem en zijn gezin hielpen bij het onderduiken pluizen ze door politiefoto's en proberen ze de inval te reconstrueren.
Ze wijzen al snel een magazijnknecht als verdachte aan. Die verving Voskuijl wegens ziekte. De knecht was niet op de hoogte van de onderduikers en dus een risico. Ook de rijksrecherche doet na de oorlog onderzoek naar de man. Toch worden die verdenkingen nooit concreet.
De afgelopen jaren passeren nog een handvol andere mogelijke verraders de revue. Van echtgenotes van helpers tot vrienden van, het blijft bij speculeren. Ondanks het gebrek aan harde bewijzen blijft verraad de dominante theorie, ook omdat er geen aanwijzingen zijn voor een andere toedracht.
Het telefoontje
Een belangrijk element in het gangbare verhaal van Anne Frank is het telefoontje aan de Sicherheitsdienst. De verrader zou de agenten hebben getipt over de onderduikers. Maar in 1944 was bellen een behoorlijke opgave. De meeste telefoonlijnen waren afgesloten en slechts enkele bedrijven hadden een ontheffing. Ook stonden de nummers van de Sicherheitsdienst niet in het telefoonboek. Of er daadwerkelijk een verrader heeft gebeld is dus de vraag.
De jarenlange zoektocht naar een verrader heeft niets opgeleverd volgens de Anne Frank Stichting. Daarom is het volgens de stichting nu tijd om ook andere theorieën een kans te geven.
Twijfel
Het NIOD is het met de stichting eens dat er vroeger te eenzijdig naar het verhaal is gekeken: "Dit onderzoek laat zien dat we naar meerdere theorieën moeten blijven kijken."
Anne Frank-deskundige David Barnouw is kritischer: "Als dit is wat uit het onderzoek van de Anne Frank Stichting komt, is dat wat mij betreft onvoldoende. Het is slechts een theorie die wordt toegevoegd aan alle andere theorieën die er zijn. Hoe onderduikers zijn opgepakt, daar komen we misschien nooit meer achter." Voor Barnouw, die vroeger bij het NIOD werkte, is verraad nog altijd de meest aannemelijke theorie.