Vuisten op tafel bij ECB: geldpers aan of uit?
André Meinema
Verslaggever economie
André Meinema
Verslaggever economie
De Europese Centrale Bank (ECB) is bezig met een van de meest beladen en heftigste vergaderingen in haar 18-jarig bestaan. Blijft de geldpers aan en elke maand 80 miljard euro drukken, of wordt deze geleidelijk aan stilgezet?
De financiële markten willen dat de ECB schuldpapier blijft opkopen, en dat het opkoopprogramma na maart 2017 met zes maanden of langer verlengd wordt. Maar de ECB zelf is zwaar verdeeld. Duitsland, Nederland en nog enkele landen zijn mordicus tegen een verlenging en willen liever nog vandaag dan morgen afbouwen en stoppen.
Aan tafel zitten de zes directieleden van de ECB en de 19 presidenten van centrale banken uit de eurozone. Grosso modo zijn de noordelijke landen tegen verlenging, de zuidelijke landen juist voor. Pikant is dat uitgerekend Mario Draghi een Italiaan is en dat de Italiaanse banken in zwaar weer zitten en juist veel baat hebben bij het huidige opkoopprogramma. Samen met de Duitse Bundesbank-president Jens Weidmann vormt DNB-president Klaas Knot het anti-front.
In eigen staart bijten
In de bijna twee jaar dat de ECB de zogenoemde bazooka in stelling heeft gebracht, is al voor 1500 miljard euro aan staatsobligaties, bedrijfsobligaties, gedekte leningen en hypotheken opgekocht. Banken en beleggers ruilen hun schuldpapieren in en de ECB hoopt dat dat geld dan via leningen, kredieten en hypotheken terugvloeit in de economie. Maar daar is niet veel van terechtgekomen.
Met het opkoopbeleid, gecombineerd met de rente die op nul procent staat, lijkt de ECB in zijn eigen staart te bijten. De bedoeling was om de inflatie omhoog te krijgen richting de 2 procent en de economie aan te zwengelen. Maar dat medicijn lijkt niet helemaal te werken en heeft allerlei bijwerkingen.
De miljarden creëren zeepbellen en bubbels op de beurs en de huizenmarkt, verpesten de rentemarkt en de echte prijs van geld, en brengt pensioenfondsen in problemen. Driekwart van het geld klotst eigenlijk ongebruikt rond in de eurozone. Er is te weinig vraag naar krediet en bedrijven investeren niet. De meeste miljarden vloeiden naar de aandelen- en obligatiemarkten.
DNB-president Knot mag trouwens vandaag wel meediscussiëren maar niet stemmen. Destijds is bij de uitbreiding van het aantal eurolanden afgesproken dat landen bij toerbeurt stemrecht hebben omwille van de besluitvorming. En uitgerekend vandaag mag tegenstander Nederland niet meestemmen.
Tapering
In een keer stopzetten van het opkopen na maart zou zorgen voor een schokgolf op de financiële markten. Het afbouwen, 'tapering' wordt dat genoemd, zou daarom stapsgewijs moeten gebeuren, net als destijds de Amerikaanse Fed het aanpakte. Markten kunnen dan geleidelijk aan leren op eigen benen te staan.
De hardliners Duitsland en Nederland willen eventueel wel instemmen met een paar maanden verlenging na maart, om het over de verkiezingen in onder meer Frankrijk te tillen, omdat dit kan zorgen voor geopolitieke onzekerheid en onrustige markten. Maar daarna is over en klaar. Of die twee procent inflatie-doelstelling nou wel of niet behaald is.