'Veel martelingen in Turkse gevangenissen in weken na coup'
In de dagen en weken na de staatsgreep in Turkije lijken arrestanten op grote schaal te zijn gemarteld en mishandeld. Dat concludeert de speciale VN-rapporteur voor marteling Nils Melzer na een zesdaags bezoek aan Turkije. Hij sprak daar met autoriteiten en gevangenen.
Het martelen en inhumaan behandelen van gevangenen werd in de hand gewerkt door de speciale veiligheidsmaatregelen die na de coup van 15 juli zijn afgekondigd, zei Melzer tegen persbureau AP.
Zo kan iemand dertig dagen worden vastgehouden voordat een rechter beslist of hij langer moet worden vastgehouden. En in de eerste vijf dagen nadat iemand wordt opgepakt, heeft hij geen recht op een advocaat. "Juist dan is de kans op marteling en een inhumane behandeling het grootst", zei Melzer.
Zero-tolerancebeleid
Formeel heeft Turkije wat betreft marteling een zero-tolerancebeleid, maar beschuldigingen van marteling worden niet onderzocht, zei Melzer. Advocatenorganisaties die bewijzen over wangedrag van de politie verzamelden, werden verboden.
De mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International zeiden dit najaar al dat Turkije gevangenen martelt.
Volgens Amnesty gebeurde dat voor de coup ook al, vooral in het Koerdische zuidoosten van Turkije. "Maar na 15 juli zagen we een explosieve toename", zei een Amnesty-onderzoeker tegen AP.