Nog maar drie ruiters per team op Olympische Spelen
Bij de Olympische Spelen van 2020 in Tokio zullen de teams bij springen, dressuur en eventing uit drie combinaties bestaan, waar in het verleden een landenploeg vier combinaties telde. Er zal bovendien geen schrapresultaat zijn. Dat is besloten tijdens de algemene jaarvergadering van de internationale paardensportbond FEI.
Onder meer Nederland en Duitsland waren tegen het voorstel, maar een ruime meerderheid (96 van de 107 vertegenwoordigde landen) besliste anders. "Helaas waren er te weinig stemmen tegen dit voorstel. We willen graag de absolute top zien op de Spelen, daarom willen wij vier ruiters per land", sprak Maarten van der Heijden, topsportdirecteur van het Koninklijk Nederlands Hippisch Sportverbond. "Nu moeten de sterke landen een ruiter 'inleveren' ten behoeve van de mondialisering."
Volgens FEI-voorzitter Ingmar de Vos was dit juist precies wat de paardensport nodig heeft. "We moeten het aantal deelnemende landen aan de Olympische Spelen vergroten, maar binnen ons quotum voor 200 sporters blijven. Teams verkleinen naar drie leden was waarschijnlijk de enige manier om meer vlaggen te krijgen", zei de Belg. "Dit opent de deur voor landen die tot dusverre alleen konden dromen van de Spelen."
Andere opzet dressuur
Verder werd tijdens de jaarvergadering besloten dat de dressuur een andere opzet krijgt tijdens de Olympische Spelen in Tokio. De grand prix wordt in zes groepen gereden. De eerste twee van elke groep en zes lucky losers bereiken de kür op muziek.
De beste acht landen in de grand prix plaatsen zich voor de strijd om de medailles in de grand prix special, waarbij de score uit de grand prix niet meer meetelt.
Ook mag elk team een reservecombinatie achter de hand houden. Dat kan een combinatie met ruiter zijn, of alleen een paard voor een al deelnemende ruiter.