Rechter eist Nederlandse vertegenwoordiger van WhatsApp
WhatsApp heeft een rechtszaak tegen de Autoriteit Persoonsgegevens verloren. De privacywaakhond eist dat de chatdienst zorgt voor een Nederlandse vertegenwoordiger. Dat moet volgens de Wet bescherming persoonsgegevens, omdat de chatdienst gegevens verwerkt van Nederlanders.
Die persoon kan dan voor Nederlandse gebruikers en organisaties zoals de privacywaakhond vragen beantwoorden.
De Autoriteit Persoonsgegevens dreigde met een boete van 10.000 euro per dag, met een maximum van 1 miljoen euro als het bedrijf hier geen gehoor aan zou geven. Daarop stapte de chatdienst naar de rechter. De zaak is onderdeel van een geschil tussen de twee partijen dat sinds 2013 loopt.
WhatsApp is onderdeel van Facebook. Het moederbedrijf heeft al wel een kantoor in Nederland, maar dat regelt geen zaken voor de chatdienst.
Amerikaanse servers
WhatsApp stelde tegenover de rechter dat een vertegenwoordiger in Nederland niet nodig is, omdat alle gebruikersgegevens direct op servers in Amerika worden opgeslagen. Er wordt dus niks in Nederland verwerkt, stelt de chatdienst.
Daarnaast gaat in 2018 in Europa wetgeving in die voorschrijft dat er in heel de EU maar één aanspreekpunt nodig is op het gebied van privacy. Dus een Nederlandse vertegenwoordiger is niet nodig, oordeelt WhatsApp.
De rechter is het niet eens met de argumenten. De gegevens worden verwerkt vanaf Nederlandse telefoons, waardoor de Wet bescherming persoonsgegevens gewoon geldt. Ook veegt de rechter het andere argument van tafel omdat er nog geen sprake is van een Europese vertegenwoordiger.
De boete die eerder werd geëist, blijft staan als WhatsApp blijft weigeren te voldoen aan de eisen. De Autoriteit Persoonsgegevens is tevreden over de uitspraak. WhatsApp was nog niet bereikbaar voor commentaar.