Opheffen noodopvang? Onmenselijk, zeggen ze in Deventer
In de noodopvang voor afgewezen asielzoekers in Deventer wonen tien mannen van verschillende nationaliteiten. De opvang is sober, ze krijgen er onderdak en eten. De meesten zijn al lange tijd in Nederland, zoals Yaqub Mammadov uit Azerbeidzjan. Hij moet terug, maar zijn dochter en kleinkinderen wonen in Nederland. "Wat kan ik doen? Terug kan ik niet."
Net als Mammadov heeft iedereen in de opvang een eigen verhaal waarom ze niet terug kunnen of willen. Opvang is noodzakelijk, zeggen ze onder meer in Deventer, maar geld van het Rijk hoeven ze niet meer te verwachten. Vanochtend klapte het overleg over de bed-bad-en-broodregeling, en stopte staatssecretaris Dijkhoff de financiële ondersteuning die gemeenten krijgen.
Toch is sluiten geen optie, zegt Theo van der Vegt van de opvang in Deventer. "Het alternatief is de mensen op straat zetten. Als we het hebben over medemenselijkheid en mededogen, dan vind ik dat dat niet kan."
Van der Vegt staat daarin niet alleen. De koepelorganisatie van Nederlandse gemeenten, VNG, vindt het stopzetten van de financiering zorgelijk. "Het is heel teleurstellend dat we dit losse eind van het Nederlandse asielbeleid als gemeenten mogen opknappen en dat het Rijk zegt: zoek het maar uit", zegt voorzitter Jos Wienen van de asielcommissie van de VNG.
Over een bed-bad-en-broodakkoord is heel lang gepraat, en toch blijkt het niet te werken. "Achteraf kun je concluderen dat het akkoord dat PvdA en VVD na lang praten wisten te bereiken alleen een politieke oplossing is gebleken voor hun eigen ruzie", zegt politiek commentator Xander van der Wulp. Het blijkt in de praktijk niet te werken, en dat is pijnlijk, zegt hij.
De opvang moet verdwijnen omdat het meer mensen naar Nederland zou trekken, of mensen hier langer laat blijven, redeneert Dijkhoff. De asielzoekers in Deventer spreken dat tegen, zo mooi vinden ze het leven in de opvang niet. "Het enige wat ik wil is wat alle mensen willen: leven", zegt asielzoeker Mammadov. "Wat heb ik misdaan dat ik dat niet mag?"
