Meteorologen wereldwijd waarschuwen er de laatste tijd ineens voor: smeltend zee-ijs. Volgens klimaatwetenschappers van de NASA is er nog nooit zo weinig ijs geweest, zowel in Antarctica als op de Noordpool.
Maar waar hebben ze het over? We vroegen het weerman Peter Kuipers Munneke.
Ten eerste: wat is zee-ijs?
"Rondom de polen is het zo koud dat het zeewater bevriest", vertelt Kuipers Munneke. "Dat heet zee-ijs. De gletsjers op de poolkappen horen daar niet bij: dat noemen we land-ijs.
En wat is er nu dan aan de hand?
"Zee-ijs smelt in de zomer en groeit in de winter: dat is ieder jaar zo. In september is er het minste ijs; daarna begint het weer met groeien. In november zou er dus eigenlijk een stijgende lijn in moeten zitten, maar nu is het ijsniveau weer gedaald", vertelt Kuipers Munneke.
Hoe kan dat?
"De opwarming van de aarde heeft er iets mee te maken, maar het is ook gewoon het weer. Het zijn wel bizarre temperaturen: het is er 20 graden warmer dan normaal. In Nederland is het gemiddeld 8 graden in november. Stel je voor dat het hier nu 28 graden zou zijn."
De warme temperaturen hebben ook een effect in gebieden buiten de polen. "In Siberië is het juist 20 graden kouder."
Wat zijn de gevolgen?
En dat heeft gevolgen voor het ijs op de lange termijn. "Een groot deel van het zee-ijs is meerjarig: het smelt dus nooit en blijft meerdere jaren liggen. In de winter wordt dat meerjarig ijs dan dikker. Maar als de zomer zee-ijsvrij wordt, verdwijnt dat meerjarig ijs helemaal. Daardoor blijft de oppervlakte van het zee-ijs kleiner."
Hoe erg is dat voor ons?
"Ik maak me er echt zorgen over", zegt Kuipers Munneke. "Aan de ene kant stijgt het zeeniveau niet direct door zee-ijs, het ligt namelijk toch al in het water. Maar aan de andere kant zorgt het smelten van het zee-ijs indirect wél voor een schadelijke ontwikkeling."
"De temperaturen in de polen nemen door het warme zeewater sneller toe dan normaal. Daardoor smelten de gletsjers sneller, waardoor de zeespiegel stijgt."