15.000 boeren en tuinders hebben geen opvolger klaarstaan
De meeste boeren en tuinders van 55 jaar of ouder hebben geen opvolger klaarstaan. Als er geen oplossing wordt bedacht voor het tekort zullen de komende tien jaar zo'n 15.000 agrarische bedrijven verdwijnen, stelt het CBS. Vooral schapenboeren en bedrijven waar pot- en perkplanten worden gekweekt dreigen te verdwijnen.
Nederland telt ruim 55.000 agrarische bedrijven. Daarvan zijn er ruim 25.000, dus bijna de helft, in handen van een 55-plusser. Van hen weten er 15.000 niet wie het bedrijf kan overnemen.
De trend is al langer geleden ingezet. Het probleem zit vooral bij de middelgrote bedrijven. Daar nam het percentage bedrijfsopvolgers tussen 2012 en 2016 af van 56 naar 48 procent. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat er een bedrijfsopvolger is. Bij de grote boerenbedrijven is het voortbestaan in ongeveer 70 procent van de gevallen geregeld.
Grootste animo
Voor de overname van melkvee- en geitenbedrijven is de animo het grootst. Daar staat in respectievelijk 60 en 53 procent van de gevallen een opvolger klaar.
Per provincie zijn er behoorlijke verschillen. Zo scoort Flevoland erg goed en zijn er meer kandidaten voor opvolging in het noorden van het land dan in het zuiden. Boeren in Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland hebben de minste kans om hun bedrijf te verkopen of door te geven.
Volgens Cor Pierik van het CBS zien boerenzoons - en dochters vaak geen brood meer in de agrarische sector. Bovendien zijn ze vaak beter geschoold dan vroeger en hebben dus ook andere mogelijkheden hebben.
Pierik stelt dat boeren vaak alternatieve overnamekandidaten vinden, zoals een buurman of een ander bedrijf. "Het is dus niet zo dat we minder landbouwgrond krijgen en ook de productie blijft redelijk op peil."
