Genocideverdachten uitgeleverd aan Rwanda

Twee Rwandese genocideverdachten, Jean Baptiste M. en Jean Claude I., zijn vanmorgen uitgeleverd aan Rwanda. Ze worden verdacht van betrokkenheid bij de volkerenmoord in hun land in 1994. In een paar maanden tijd werden toen honderdduizenden Tutsi's en gematigde Hutu's vermoord.

De twee mannen wonen al jaren met hun gezin in Nederland. Rwanda had om uitlevering gevraagd, om hen te kunnen vervolgen. De verdachten maakten daartegen bezwaar, omdat zij bang zijn voor een politiek proces. De mannen zijn naar eigen zeggen tegenstanders van het huidige regime in het Afrikaanse land en ze stellen dat hun leven gevaar loopt als ze worden uitgeleverd.

Tot de uitlevering was al eerder besloten, maar de verdachten hadden beroep aangetekend, ook omdat ze betwijfelden of ze in Rwanda capabele rechtsbijstand zouden krijgen. Hun advocaat, Bert Stapert, had gepleit voor berechting in Nederland.

Een meerderheid in de Tweede Kamer was net als de rechter in eerste aanleg tegen uitlevering. Maar de Nederlandse Staat bleef erbij dat oorlogsmisdadigers moeten worden berecht in het land waar de misdrijven zijn gepleegd.

In het hoger beroep heeft het gerechtshof gisteren besloten dat minister Van der Steur zijn eerdere besluit tot uitzetting in juli kan doorzetten.

De advocaat van de Rwandezen is niet te spreken over de uitzetting, die volgens hem rustig is verlopen. Hij is benieuwd wat de Tweede Kamer ervan vindt.