NOS SchaatsenAangepast

Hoe werkt die premiepot bij het schaatsen eigenlijk?

Het schaatsseizoen begon met een slepend conflict over noodzakelijke bezuinigingen. De KNSB-directie en de drie partijen (schaatsers, gewesten en teams) bereikten twee dagen voor de KNSB Cup een akkoord. Eén punt van de overeenkomst was de zogenaamde premiepot voor de schaatsers. Nu het internationale seizoen van start gaat met een wereldbeker in Harbin is het tijd om een vraag die is blijven hangen te beantwoorden: hoe werkt die premiepot eigenlijk?

Exposure speelt een belangrijke rol binnen het internationale schaatsen. Omdat er tijdens internationale toernooien niet in de sponsorpakken maar in de nationale pakken wordt geschaatst, is het van belang om de beste schaats(st)ers het meest te belonen, vindt de schaatswereld. Regerend wereldkampioen Sven Kramer heeft meer aanzien dan bijvoorbeeld Kai Verbij. Ook als Kramer twintigste wordt, krijgt hij de meeste aandacht. Een premiepot moest de oplossing bieden.

Startkruisjes en bonuskruisjes

Om geld te verdienen uit de premiepot is er een complex, maar een zo eerlijk mogelijk systeem bedacht om het geld te verdelen onder de schaatsers. Dat gebeurt op basis van startkruisjes (45%) en bonuskruisjes (55%). Een systeem dat in 2003 in het leven is geroepen op initiatief van sportmarketeer Patrick Wouters en de schaatsers Erben Wennemars, Mark Tuitert, Carl Verheijen en Jochem Uytdehaage.

Uitleg startkruisjes

B, A, A+ en A++

Een startkruisje is rond de 250 euro waard. Omdat de exposure van belang is, wordt er gewerkt met vier statuscategorieën: B, A, A+ en A++. Hoe hoger de status, hoe meer startkruisjes een schaatser krijgt bij deelname aan een toernooi en hoe meer hij kan gaan verdienen uit de bonuspot.

Ook het belang van een toernooi speelt een rol. Logischerwijs staat een EK of WK hoger aangeschreven dan een wereldbeker. Elk toernooi heeft weer een andere verdeling van het aantal startkruisjes. Zo krijgt een rijder met een B-status twee startkruisjes bij een wereldbeker, een rijder met de A++-status rond de 12 startkruisjes. Bij een WK is dit het drievoudige. Op die manier profiteer je van je status.

Saillant detail: Omdat de resultaten van Olympische Spelen en WK's na twee jaar vervallen, hebben de olympisch kampioenen (Lotte van Beek, Michel Mulder, Marrit Leenstra, Jan Blokhuijsen, Koen Verweij, Jorrit Bergsma en Ireen Wüst) een stapje teruggedaan wat betreft hun status.

Ireen Wüst op de KNSB Cup in Groningen

Internationale wedstrijden

De bonuskruisjes worden verdeeld op basis van de prestaties tijdens internationale wedstrijden. Maar liefst 55% van de premiepot wordt verdeeld onder de rijders die op het podium rijden op een titeltoernooi of bij een wereldbeker. Een vierde plaats op een WK telt niet mee.

Als er slechts twee schaatsers in een heel seizoen podium rijden, dan wordt de totale bonuspot verdeeld tussen die twee. In 2011, het jaar waarin Sven Kramer ontbrak vanwege een blessure, betekende het kassa voor andere rijders. Minder ‘Kramer-titels’ betekende meer geld voor de rest. Bekijk het fictieve voorbeeld in de onderstaande afbeelding.

Uitleg bonuskruisjes. Let op: het betreft fictieve cijfers

Voor wie is de premiepot belangrijk?

Een aantal schaatsers heeft een goed contract bij hun ploeg en profiteert bovendien van privésponsoren. Voor hen is de premiepot een extraatje. Een ander deel van de schaatsers rijdt rond met een minimum inkomen. Dat ligt rond de 22.500 euro bruto per jaar. Voor deze personen is de premiepot dus een belangrijk deel van hun inkomen.

Kramer liet zich tijdens het conflict flink gelden. Dat de KNSB wilde bezuinigen door het bedrag in de premiepot te verlagen, viel totaal verkeerd. Kramer, die een goed contract bij Lotto-Jumbo heeft, kwam op voor zijn minder ruim bedeelde collega's.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl