Militairen maakten in juni 1977 een einde aan de treinkaping bij De Punt
NOS NieuwsAangepast

Nabestaanden treinkapers eisen erkenning van de Staat

  • Nicole le Fever

    Verslaggever

  • Nicole le Fever

    Verslaggever

Bijna veertig jaar na de treinkaping bij De Punt moet de Staat zich verantwoorden voor de dood van twee Molukse treinkapers. Familieleden van de doodgeschoten kapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja eisen erkenning voor de wijze waarop de twee omkwamen. Volgens de families zijn ze bij de beëindiging van de treinkaping in juni 1977 geëxecuteerd.

In mei van dat jaar kaapten negen Molukse jongeren een trein bij het Drentse De Punt. Acht mannen en een vrouw hielden vijftig passagiers gegijzeld. Doel van de gijzeling was de Nederlandse regering te dwingen actie te ondernemen om de vorming van een Zuid-Molukse staat mogelijk te maken.

Na ruim drie weken werd de kaping met grote militaire inzet beëindigd. Zes kapers en twee gijzelaars vonden de dood.

Autopsieverklaringen

Ambtenaar Max Papilaja was de leider van de Molukse actie. Tandartsassistente Hansina Uktolseja was de enige vrouwelijke kaper. Ze zouden gewond zijn geraakt toen de trein van buiten werd beschoten.

Toen mariniers vervolgens de trein bestormden, hadden de twee volgens advocate Liesbeth Zegveld gearresteerd kunnen worden. Maar uit autopsieverklaringen blijkt dat de kapers door tientallen kogels zijn geraakt en dat de dodelijke kogels van dichtbij zouden zijn afgevuurd.

Mariniers

Betrokken mariniers noemen het in het AD belachelijk dat nabestaanden hen ervan beschuldigen dat ze twee kapers hebben geëxecuteerd. Ze benadrukken dat ze na 40 jaar nog steeds achter hun optreden van destijds staan.

"We hebben goed werk verricht'', zegt marinier Rinus die de enige vrouwelijke kaper, Hansina Uktolseja, doodschoot. "Ik heb nergens spijt van. Dat we kapers hebben geëxecuteerd, is grote onzin."

Niet overleven

Gelijk met de treinkaping werd ook een school in Bovensmilde door vier Molukkers bezet. Na drie weken besloot de regering tot ingrijpen. De nabestaanden van de treinkapers hebben altijd gedacht dat de kapers de actie niet mochten overleven, maar de Staat sprak dit tegen. De afgelopen jaren kwam steeds meer informatie naar buiten die de vermoedens ondersteunden. In oktober volgde een verklaring van een marinier die bij de actie betrokken was.

De treinkapers mochten de bestorming niet overleven, verklaarde de marinier. Volgens hem sprak een "vertegenwoordiger van de regering" deze wens uit tijdens de briefing voor de bevrijdingsactie. De marinier bracht anoniem de verklaring naar buiten via zijn advocaat Jos Rijser.

De mariniers die gelijktijdig een einde moesten maken aan de gijzeling in de school in Bovensmilde zouden dezelfde boodschap hebben meegekregen, maar daarbij vielen geen doden.

"Wij nemen het de mariniers niet kwalijk", zegt Marco Papilaja namens de nabestaanden. "Het waren jonge jongens met een opdracht." Het is de familie te doen om erkenning. Niet omdat ze de kaping goedkeuren, maar omdat het verkeerd is mensen te executeren die al zijn uitgeschakeld.

Reactie Staat

Toenmalig minister van Justitie Dries van Agt wilde niet reageren op de recente onthullingen. Hij verwijst naar zijn reactie twee jaar geleden, toen hij geruchten weersprak dat de mariniers opdracht hadden om de kapers om te brengen. Oud-premier Den Uyl gebruikte in 1987 wel het woord executie, maar zou dat hebben gedaan op persoonlijke titel. Het ministerie van Veiligheid en Justitie wil geen reactie geven zolang de zaak onder de rechter is.

Officieel is de zaak verjaard, maar omdat de nabestaanden hun eis indienen op basis van nieuwe informatie waarover ze eerder niet beschikten, verwachten ze dat de zaak toch zal worden behandeld.

Molukse treinkaping bij De Punt in 1977

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl