'Lerarenregister maakt het beroep minder aantrekkelijk'
Michelle van Dijk, docent Nederlands aan het Libanon Lyceum in Rotterdam, vindt het maar niets dat de Tweede Kamer een verplicht lerarenregister wil invoeren. De politici willen daarmee het aantal onbevoegde docenten terugdringen.
Maar volgens Van Dijk wordt het hoge aantal leerkrachten zonder papiertje veroorzaakt door een lerarentekort. En dat wordt niet opgelost door een register in te voeren, zegt ze.
"Er is een lerarentekort in de grote steden. Dus worden mensen die nog in opleiding zijn al voor de klas gezet", zegt Van Dijk. "Met de komst van zo'n register zegt de minister: als een docent niet bevoegd is, mag hij niet lesgeven. Maar wat heb je liever: een onbevoegde docent of helemaal geen docent?"
Van Dijk denkt dat het register zelfs averechts kan werken en toekomstige leraren kan wegjagen. "Het lerarenregister maakt het beroep minder aantrekkelijk", zegt zij. "We hebben er juist last van, omdat je moet gaan registreren wat je doet aan persoonlijke ontwikkeling buiten je lessen."
Van Dijk wijst er verder op dat zo'n register lang niet alles zegt over een leraar. Er wordt in het register bijvoorbeeld bijgehouden welke trainingen een docent heeft gevolgd. Maar andere informatie over belangrijke kennis ontbreekt volgens haar weer.
"Als ik Nederlandse literatuur lees, komt dat niet in het register te staan", zegt Van Dijk. "Want hoe kan een register controleren of ik twintig romans heb gelezen? Maar het lezen van literatuur is wel een toevoeging voor mijn vakinhoudelijke kennis."
Zelfde lesjes
De docent ziet het register dan ook als een beperking. "Ik kan naar een congres gaan, daar genieten van de koffie en de lunch, en de volgende dag dezelfde lesjes draaien die ik al tien jaar draai. En dan sta ik goed geregistreerd", zegt ze. "Maar een goede docent die alleen met zijn collega's inhoudelijk bezig is, staat niet geregistreerd. Dat klopt natuurlijk niet."
Of het verplichte lerarenregister er ook echt komt, is nog niet duidelijk. Dinsdag stemt de Tweede Kamer over het plan. Daar is er een meerderheid voor het plan, maar of die er ook is in de Eerste Kamer, is nog niet bekend.