Shorttracker Van der Wart moet geduld hebben
Terwijl zijn ploeggenoten zich afbeulen op het shorttrack-ijs van de Elfstedenhal in Leeuwarden, is Freek van der Wart veroordeeld tot toekijken. Van der Wart had driedubbel pech dit jaar. In het voorjaar liet hij zich opereren aan zijn schouder. In augustus brak hij zijn enkel tijdens een langebaantraining. En een maand later moest hij opnieuw onder het mes nadat een scan een afwijking toonde aan zijn kuitbeen. "Het is er niet heel makkelijk op geworden".
Van der Wart is met zijn gipsen been omhoog bovenop de boarding gaan zitten, terwijl twee krukken tegen de omheining leunen. Vlak voor zijn neus ziet hij Sjinkie Knegt op hoog tempo passeren. De selectie bereidt zich voor op de eerste wereldbekerwedstrijden van het seizoen. Wedstrijden die voor Van der Wart sowieso te vroeg komen.
"Dat vind ik wel moeilijk. Ik heb tien jaar lang geen wereldbekerwedstrijd gemist. Ik heb mijn vizier nu gericht op volgend jaar. Tijdens de Olympische Spelen en de kwalificatietoernooien wil ik er weer echt staan. Maar dit seizoen hoop ik natuurlijk wel het WK in eigen land mee te pakken."
Ongelukkig moment
De Winterspelen, waarnaar Van der Wart verwijst, beginnen over precies 499 dagen in Zuid-Korea. "En dat is hartstikke dichtbij. We staan al bijna aan de voordeur. Over een jaar staan de eerste plaatsingswedstrijden al op het programma. Als je er dan als team niet bij zit, wordt het een heel moeilijk verhaal."
Met die grote belangen in het achterhoofd komt de blessure van Freek van der Wart op een ongelukkig moment. Dit seizoen immers zal hij weinig wedstrijdritme opdoen, terwijl hij dat volgend jaar goed kan gebruiken.
Maar Van der Wart vreest niet. "Na tien jaar topsport zal het gevoel niet zo snel weggaan, denk ik. Ik heb genoeg bagage dus ik kan ergens op bouwen en snel weer terug zijn, hoop ik. Mits het allemaal goed is, mits de botgroei snel aanslaat, mits ik in mijn schoen pas met alle platen en schroeven in mijn enkel."
Geduld hebben
Een hoop mitsen en maren dus voor Freek van der Wart. Maar hij laat zich door de onzekerheid niet gek maken. "Ik leef nu eigenlijk van stap naar stap. Morgen de hechtingen eruit, over vier weken de eerste CT-scan om te zien of er botgroei is en hoeveel ik erop mag gaan staan, hoe lang het duurt voordat ik kan gaan lopen, kan gaan schaatsen."
Het aanschouwen van zijn ploeggenoten op het ijs doet hem geen pijn. "Ik vind het altijd mooi om shorttrack te kijken. Hoe die gasten het tempo aan het beulen zijn en kapot gaan. Dat vind ik heel gaaf en dat wil ik ook heel graag. Ik moet er gewoon nog geduld voor hebben. Het kan gewoon nu niet. Klaar."