Aangepast

'Als het glimlach-effect niet waar is, wat dan nog wel?'

Als je vaker glimlacht, dan word je gelukkiger. Dat werd tenminste lange tijd gedacht. Uit een groot herhalingsonderzoek van de Universiteit van Amsterdam, waar de Volkskrant over schrijft, is gebleken dat het 'glimlach-effect' helemaal niet bestaat.

Sinds 1988 dachten we dat wel. Dat kwam door de Duitse psycholoog Strack. In zijn onderzoek moesten proefpersonen een potlood achtereenvolgens tussen hun lippen en tanden klemmen. Ondertussen moesten cartoons op grappigheid worden beoordeeld. Als een potlood tussen je tanden klemt, vormt zich een glimlach op je gezicht, en tussen je lippen veroorzaakt het een pruilgezicht. Onze stagiair wilde het wel even voordoen:

Uit het onderzoek bleek dat de proefpersonen de cartoons grappiger vonden met het potlood tussen hun tanden. Bij het onderzoek van de UvA werd daar geen bewijs voor gevonden.

In de sociale psychologie zijn eerder onderzoeksresultaten gepubliceerd die gebakken lucht bleken. Ongeveer twee derde van de psychologische onderzoeken staat op losse schroeven, blijkt uit onderzoek van Science.

Kortom: geen goede reclame voor het vakgebied. Wat vinden studenten sociale psychologie hiervan?

"Het verbaast me wel een beetje. Dit is bij wijze van spreken het plaatje dat klaarstaat als je het eerste college binnenloopt. Het is een bekend onderzoek en we komen er bijna dertig jaar later pas achter dat de uitkomst niet klopt. Je wilt tegenwoordig niet bekendstaan als student sociale psychologie, mensen verwachten van wetenschappelijk onderzoek dat het juist is. Ik ben zelf niet van plan om een master te gaan doen in de sociale psychologie, en ook nu vraag ik me af wat ik met die kennis moet doen."

"Als je onderzoek doet, is het ongebruikelijk om materiaal te gebruiken dat meer dan tien jaar oud is. Een onderzoek uit 1988 is wat dat betreft makkelijk af te branden. Sociale wetenschap omvat vaak tijdelijke kennis. Wat er écht mis is gegaan, is dat dit onderzoek niet eerder is herhaald. Het is niet voor het eerst dat een onderzoek in het nieuws komt omdat de conclusie niet klopt. Het bevestigt dat je steeds kritisch moet blijven als je een onderzoek leest of zelf doet."

"Als je een onderzoek ziet waarvan je denkt ‘dit is bizar’, dan is het vaak ook echt onzin, zei een docent van mij eens. We krijgen er inmiddels ook al college over. Ik zag het onderzoek al voorbijkomen op Facebook. Dan denk je wel van: tja, die anekdote uit mijn eerste studiejaren is dus, op basis van huidig onderzoek, onwaar. Je vraagt je af welke onderzoeken er dan nog wel kloppen."

"Er is veel kritiek op het huidige systeem, er wordt al langer gezocht naar betere manieren om statistieken te verkrijgen. Het is ontzettend moeilijk om gedrag te meten. Daarnaast trekken media vaak verkeerde conclusies uit onderzoeken. Iets is nooit honderd procent waar; het gaat om een waarschijnlijke kans dat iets waar is. Dit soort berichten houden je als student kritisch. Het helpt ook om andere onderzoeken goed door te lezen en anderen jouw onderzoek voor te leggen."

"Ik was wel redelijk verrast ja. Aan de andere kant weet ik inmiddels hoe het vak in elkaar zit. Sociale psychologie is enorm impliciet. Het meten van gevoelens zoals angst en blijdschap is heel iets anders dan het meten van de lengte van een potlood. Het is minder exact dan bijvoorbeeld natuurkunde."

"Waar het misging? Het kan te maken hebben met de validiteit van de vragen. In dit vakgebied is het heel belangrijk dat de vraag die je stelt, ook echt dat meet waar je onderzoek naar doet. Dat noem je validiteit. Dat is in de sociale wetenschap niet makkelijk: wanneer weet je bijvoorbeeld zeker dat je angst hebt gemeten?"

Deel artikel: