Nederland vreesde invasie Antillen
Door redacteur Esther Bootsma
Nederland maakte zich in 2005 grote zorgen over een mogelijke militaire inval van Venezuela op de Nederlandse Antillen. "Als we er morgen zouden vertrekken, zijn ze de volgende dag onderdeel van Venezuela", zei toenmalig minister Bot van Buitenlandse Zaken tegen de Amerikaanse ambassadeur Sobel.
Bot vond dat Nederland Venezuela het best kon afschrikken met de Nederlands-Amerikaanse militaire aanwezigheid in de regio. Maar de Nederlandse regering was volgens de Amerikanen verdeeld over de aanpak; anderen vonden het verstandiger om juist de relatie met president Chávez te verbeteren.
Dit blijkt uit uitgelekte ambtsberichten van de Amerikaanse ambassade, die de NOS van Wikileaks heeft gekregen. Tot 2005 maakte Nederland zich weinig zorgen over Venezuela, maar de inmenging van Chávez in de Antilliaanse politiek rees daarna tot de 'top' van de prioriteiten van Buitenlandse Zaken.
Vrijheidsstrijder Bolivar
Bot verwees naar de grote held van Chávez, de Zuid-Amerikaanse vrijheidsstrijder Bolivar. Chávez zou zich onsterfelijk willen maken door net als Bolivar de laatste koloniale erfenis voor zijn deur op te ruimen - desnoods met een militaire inname.
Nederland gaf de Amerikaanse ambassade in juli 2005 een lijst van vier pagina's met incidenten om deze zorgen te illustreren. Daarop stond onder meer een ongeautoriseerde vlucht van Venezolaanse militaire vliegtuigen boven Curaçao. Ook de openlijke oproep van Venezuela om de 'historische' band tussen Venezuela en de Antillen te herstellen, baart zorgen. Evenals de banden tussen president Chávez en politici op de Antillen die naar onafhankelijkheid streven.
Nederland zat binnen de Europese Unie in een lastig parket, bijvoorbeeld als het ging om het tegenhouden van Europese wapenleveranties aan Venezuela. Spanje probeerde juist de betrekkingen met Chávez goed te houden. De Amerikanen noemden de Nederlandse mogelijkheden om met de Venezolaanse dreiging om te gaan daarom 'beperkt'. "We moeten daarom elke mogelijkheid aangrijpen om de Nederlanders te helpen regionale mogelijkheden te ontwikkelen om de destabiliserende politiek van Chávez te bestrijden", schrijft ambassadeur Sobel. "En de Nederlanders aanmoedigen om in Europese kringen te zorgen dat de EU zijn rug gaat rechten."
Uitlokken
Hoewel de zorgen over Venezuela in de jaren erna wat afnamen, uitte minister Verhagen zich vorig jaar toch weer ongerust over de invloed van Chávez. "Chávez kan grote schade aanrichten", zou Verhagen in januari 2010 hebben gewaarschuwd in een gesprek met de Amerikaanse ambassadeur Levin. Volgens Verhagen is Chávez uit op ruzie, en zoekt hij middelen om die uit te lokken, zodat hij de Antillen en dus Nederland economisch kan beschadigen.
Aanleiding waren de beschuldigingen van Chávez dat Amerikaanse vliegtuigen het luchtruim van Venezuela hadden geschonden, nadat ze waren opgestegen van Curaçao en Aruba. Hij beweert dat Nederland de Amerikanen helpen om hem ten val te brengen. Omdat Verhagen daarover kritische vragen van Nederlandse parlementariërs kreeg, vroeg hij de Amerikanen om een brief waarmee hij het parlement gerust kon stellen. De Amerikanen moesten daarin beloven dat ze de landingsbanen op de Antillen alleen gebruiken voor surveillance-vluchten in het kader van drugsbestrijding.
Die schriftelijke toezegging krijgt Verhagen niet, alleen een mondelinge.