Het aantal mensen in Groningen dat woont in een huis met schade die is erkend als aardbevingsschade, is opgelopen tot 100.000. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, de GGD en de gemeente Groningen. 25.000 van hen hebben meer dan één keer schade gehad.
Het onderzoek 'Gronings perspectief' probeert in kaart te brengen wat de effecten van de aardbevingen zijn op de bevolking. Om een betrouwbare schatting te kunnen maken van het aantal getroffenen, hebben de onderzoekers de gegevens van de NAM over het aantal schademeldingen aan gebouwen gecombineerd met cijfers van het CBS en het Kadaster.
Uit een eerdere fase van het onderzoek bleek dat schade kan leiden tot gezondheidsklachten, vooral bij mensen die vaker de dupe waren. Bovendien voelen zij zich in hun eigen huis vaak niet veilig meer.
Buiten het Groningse aardbevingsgebied voelt 85 procent van de mensen zich thuis veilig. Binnen dat gebied is dat percentage 60 bij de mensen die één keer getroffen zijn. Van de mensen die vaker schade hebben gehad, voelt slechts 38 procent zich thuis nog op zijn gemak.
Niet erkend
De coördinator van het onderzoek, hoogleraar Tom Postmes van de Rijksuniversiteit Groningen, zegt dat er ook veel mensen zijn bij wie de schade niet wordt erkend. In de stad Groningen geldt dat voor meer dan de helft van de meldingen.
Rond het Groningenveld ligt een gordel waar de afwijzing nog veel groter is, tot wel 100 procent. Inwoners van bijvoorbeeld Oldambt, Zuidhorn, Haren en Veendam hebben daar last van: hun gemeente staat niet bekend als 'bevingsgemeente' maar ze hebben wel schade.
Postmes zou graag onderzoeken waarom erkenning in veel gevallen uitblijft en wat hiervan de gevolgen zijn. Maar hij krijgt geen inzage in de gegevens die nodig zijn om zo’n onderzoek te doen. Zelfs gemeenten hebben moeite om boven tafel te krijgen wat er precies onder de eigen inwoners speelt, zegt hij. "Eigenlijk tasten alle onderzoekers een beetje in het duister. Zelfs bij de overheid. Ik vind dat raar en fout."
Privacy
Het argument van het Centrum Veilig Wonen en de NAM om die informatie niet te delen, is dat de privacy van mensen niet mag worden geschonden. "Soms willen ze zelf niet dat de gegevens naar buiten komen", zegt NAM-topman Schotman. "De privacyregels moet je respecteren."
Postmes begrijpt het als mensen liever niet willen dat bekend wordt dat hun huis schade heeft. Maar volgens hem kan die informatie worden geanonimiseerd. De NAM erkent dat dit kan en wijst erop dat dit op beperkte schaal al gebeurt, en zegt ook dat het meer moet gebeuren. De Groningse gedeputeerde Eelco Eikenaar vindt het delen van de informatie niet genoeg. Hij stelt dat de NAM helemaal uit de schade-afwikkeling en versterkingsoperatie moet worden gehaald."
De politiek moet het heft in eigen hand nemen. Die moet zeggen: wij organiseren het vanaf nu. Dat is democratisch controleerbaar en afrekenbaar." Volgens hem tonen de nieuwe cijfers aan dat de gevolgen voor mensen enorm zijn. "Die hebben schade op schade, en ze hebben te maken met schade-afhandeling door een bedrijf in dienst van de NAM. Dat is niet transparant."
Politieke agenda
Het onderzoek komt op een moment dat het gasdossier weer hoog op de politieke agenda staat. Morgen bezoekt een delegatie Tweede Kamerleden Groningen, donderdag is er een hoorzitting in Den Haag en later deze maand volgen nog een Kamerdebat en een nieuw gaswinningsbesluit van het kabinet. In Groningen zijn door meerdere organisaties acties aangekondigd.