Meer over rolstoeltennis
Roelstoeltennis werd tijdens de Paralympische Spelen van 1992 in Barcelona geïntroduceerd. De sport volgt precies dezelfde regels als de sport op de Olympische Spelen, toch is er een groot verschil. Bij de Paralympische Spelen mag de bal niet één keer, maar twee keer stuiteren. De eerste stuit moet binnen het veld zijn, de tweede mag erbuiten.
De wedstrijden volgen verder dezelfde regels, dit houdt in dat er zowel enkel- als dubbelspellen gespeeld kunnen worden. Een set bestaat in principe uit zes games, tenzij er minder dan twee games verschil is. In dat geval gaat een set door totdat een speler twee games voorstaat. Mocht het gelijk staan in games, dan is er sprake van een tie-break. Bij de vrouwen wint de speelster die als eerste twee sets heeft gewonnen en bij de mannen wint de speler die als eerste drie sets heeft gewonnen.
Bij de vrouwen is het paralympische toernooi altijd gewonnen door een Nederlandse, onder meer door Esther Vergeer, die in Rio aanwezig is als assistent chef de mission.
Omschrijving klassen rolstoeltennis
Klasse | Omschrijving |
Open klasse | In deze klasse spelen tennissers met een permanente beperking aan één of meerdere benen en een normale arm- en handfunctie. In dit profiel komen onder anderen tennissers met een dwarslaesie of amputatie voor. |
Quad klasse | In deze klasse hebben de tennissers zowel een beperking aan de armen alsook aan de benen. Dit beperkt hun mogelijkheden betreft de grip van het racket en in het voortbewegen van de rolstoel. |