VN: zowel leger Syrië als IS gebruikte gifgas
Syrische regeringstroepen, maar ook strijders van Islamitische Staat hebben gifgas gebruikt tegen hun tegenstanders. Dat concluderen onderzoekers van de Verenigde Naties en van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).
Ze namen de afgelopen maanden negen aanvallen in Syrië onder de loep waarvan het sterke vermoeden bestond dat er chemische wapens waren gebruikt. Regeringstroepen bedienden zich minstens tweemaal van gifgas, zeggen de onderzoekers, en IS heeft zeker één keer mosterdgas gebruikt. In beide gevallen waren Syrische opstandelingen doelwit.
De VN en de OPCW zeggen dat over de andere zes onderzochte gevallen niets met zekerheid te zeggen is.
Straf
De bevindingen van de onderzoekers gaan naar de VN-Veiligheidsraad, die een beslissing moet nemen over het bestraffen van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de oorlogsmisdaden.
Een snel en eensgezind besluit daarover wordt niet verwacht, omdat Rusland en de Verenigde Staten in de kwestie-Syrië lijnrecht tegenover elkaar staan. Rusland is een bondgenoot van het Syrische bewind van president Assad en de Amerikanen steunden de opstandelingen in het land.
Ook China heeft zich in de Veiligheidsraad steeds verzet tegen sancties tegen de Syrische regering en tegen resoluties waarin het beleid van Assad wordt veroordeeld.