'Zeker 100 doden' na gevechten in hoofdstad Zuid-Sudan
In Juba, de hoofdstad van Zuid-Sudan, hebben soldaten 'zeker honderd doden' afgeleverd bij het mortuarium van een groot ziekenhuis, heeft een anonieme arts laten weten. Het gaat om slachtoffers, burgers en militairen, van opgelaaid etnisch geweld in Juba. Gisteren en eergisteren namen leger en rebellen elkaar in de stad onder vuur.
Gisteravond werd er geschoten buiten het presidentiële complex waar president Salva Kiir overleg voerde met vice-president en oud-rebellenleider Riek Machar. De twee riepen gezamenlijk op om een eind te maken aan de gewelddadigheden. Maar in Zuid-Sudan groeit de vrees voor een nieuwe burgeroorlog, zeggen inwoners van Juba.
Donderdag werden zeker vijf militairen gedood in het geweld. Hoeveel doden er gisteren precies zijn gevallen is niet bekend: de militairen weerhouden artsen ervan de doden te onderzoeken.
Eenheidsregering
Sinds april is Machar weer terug als vice-president, en probeert een nieuwe eenheidsregering de rust in het land te herstellen. In de drie voorafgaande jaren woedde een bloedige burgeroorlog tussen het leger van Kiir en de rebellen van Riek Machar die in 2013 Juba was ontvlucht omdat hij werd beschuldigd van een couppoging.
Het conflict tussen de twee heeft een sterke etnische achtergrond: Kiir komt uit de Dinka-stam, terwijl Machars aanhangers bij de Nuer-stam horen.
Hoewel de strijdbijl eerder dit jaar werd begraven, zijn Machars rebellen nog niet opgenomen in het regeringsleger, een belangrijke voorwaarde in het vredesakkoord.
Gisteren zei VN-secretaris-generaal Ban ki-Moon dat de machthebbers van Zuid-Sudan zich te weinig inspannen voor vrede. In Juba is de sfeer gespannen en rijden veel militaire voertuigen door de straten.