Het was nogal een schok voor de trainers van de Brusselse boksschool Brussels Boxing Academy. Een van hun leerlingen werd opeens verdacht van het voorbereiden van de aanslagen in Parijs. Het ging om Ahmed Dahmani uit Molenbeek.
“We hebben er nooit op gelet dat zulke ideeën bij onze jongens leefden. Nu zijn we er wel scherp op", zegt Mohamed Idrissi, een van de boksleraren.
Kweekvijver van kampioenen
De boksschool is een van de beste in de stad. Vijf Belgische kampioenen hebben ze geleverd en onder hen een aantal Molenbekenaars. De leerlingen komen uit heel België. "Zelfs mensen die voor de EU werken", aldus Mohamed.
Een van de leerlingen was dus ook terreurverdachte Dahmani. Hij werd in Turkije opgepakt en is nu in afwachting van uitlevering naar België. Dahmani was als leerling een doodgewone jongen, vertelt Mohamed. Onopvallend tussen de ruim 600 anderen.
In eerdere interviews zei oprichter Tom Flachet dat er meerdere leerlingen naar het kalifaat zijn vertrokken. Naar verluidt zo’n vijf, maar dat wil Mohamed niet bevestigen. “Het gaat bijna alleen maar over het negatieve. Kunnen we het ook eens hebben over het positieve dat hier gebeurt?”
Vechten tegen radicalisering
Juist kwetsbare jongeren die ontvankelijk zijn voor radicale ideeën proberen ze hier te begeleiden. "Als we wat raars merken, praten we met ze. Dan zeggen we: 'waarom zou je daarnaartoe gaan? Er komen vluchtelingen juist deze kant op. Denk je dat je naar het paradijs gaat? Het is daar de hel!'”
Een originele verklaring voor de radicale gedachten van veel jongeren heeft Mohamed niet. Armoede, racisme, geen kansen en ronselaars die ze een doel geven. Om te voorkomen dat ze in handen vallen van die ronselaars, geeft de boksschool de jongeren een doel. Behalve Molenbeek ligt ook de gemeente Anderlecht om de hoek. Ook daar hebben jongeren het niet makkelijk.
“Hier vijf straten verderop beginnen de problemen. Maar er is ook helemaal niks voor die jongeren. Dus dan houden wij ze maar bezig met boksen.”
"Dat is enorm stressvol werk dat veel tijd in beslag neemt. We tonen interesse in de mens achter het boksen en we gaan bij ze langs als de ouders huilend aan de lijn hangen. We zoeken werk voor ze en geven ze informatie, want dat is wat de jongeren echt nodig hebben.”
Maar probeer maar eens iets te kwantificeren waarvan je mensen hebt weerhouden. Weet Mohamed hoeveel mensen hij heeft gered? “Geen idee. Vijftien of zo, misschien twintig. Van zoveel hebben we het uit het hoofd gepraat. Maar je weet nooit of het gemeend was, of gewoon stoere praat.”
“Maar ik blijf bij ze tot het eind. Zelfs als iedereen ze verlaten heeft, blijf ik bij ze.”