Lekker hoor, even krabben aan je ballen en daarna onbewust aan je vingers ruiken. Minder lekker als dat daarna breed uitgemeten wordt in de pers. De Duitse bondscoach Joachim Löw kwam royaal voorbij op social media. En gisteren deed hij het opnieuw. Tijdens de wedstrijd tussen Die Mannschaft en Slowakije greep de coach naar zijn oksel en rook vervolgens aan zijn handen.
Hartstikke vies, is de overheersende mening. Maar doen we dit niet stiekem allemaal? En waarom vinden we het dan toch vies?
Vorig jaar verscheen in Israël een onderzoek waaruit blijkt dat mensen na het schudden van elkaars hand daarna onbewust aan hun hand ruiken. Vooral als we handen schudden met iemand van hetzelfde geslacht. En met iemand van het andere geslacht, ruik je vaker aan je linkerhand. Dat laatste doe je om je eigen geur te vergelijken met die van de ander.
Volgens geurexpert en bioloog Sanne Boesveldt doen we dat onder meer om juist te checken of we niet stinken. En de lichaamsgeuren van anderen geven ons onbewust informatie over hun gezondheid en hun emoties. "Ziekte, angst en blijdschap kun je allemaal ruiken door middel van lichaamssappen", zegt Sanne.
"Ons eigen zweet vinden we vaak niet stinken, omdat we gewend zijn aan de geur. Je neus went heel snel, vandaar ook dat je parfum niet meer goed ruikt vijf minuten nadat je het hebt opgespoten. Maar nieuwe dingen, zoals dus ook andermans zweet, vinden we vaak niet lekker ruiken."
Lichamelijke geurtjes van onze partners vinden we dan vaak wel weer aantrekkelijk, vertelt Sanne. "Geur komt voort uit je immuunsysteem en uiteindelijk zoeken we onbewust een partner die tegengesteld is aan ons eigen immuunsysteem. Je neus signaleert dat; eigenlijk is het een heel dierlijk instinct."
Geurvoorkeur is aangeleerd
"Wat we vinden stinken is bovendien cultureel bepaald", zegt geurhistoricus Caro Verbeek. "Objectief gezien stinken lichaamssappen als zweet natuurlijk niet. Het taboe erop bestaat ook nog niet zo lang en ontstond door een samenloop van omstandigheden. Voor de negentiende eeuw waren er open riolen en waren mensen gewend aan de geur van ontlasting. Stank werd toen gekoppeld aan ziekte en werd gevreesd. De commercie speelde hier al aan het begin van de twintigste eeuw handig op in door goedkope industriële zeep op de markt te brengen."
We worden niet geboren met een afkeer voor geur.
"Bij Afrikaanse stammen vinden ze het bijvoorbeeld opwindend als mensen zich met rauwe ui insmeren", zegt Caro. "En in Azië vinden ze de indringende lucht van de vrucht doerian bijvoorbeeld ook niet allemaal stinken, terwijl westerlingen het onder meer vinden ruiken naar lijk. Er is dus geen geur die we universeel lekker of vies ervaren; we worden niet geboren met een afkeer voor geur."
Waarom de bondscoach tijdens het EK voetbal onbewust voor talloze camera's de geur van zijn ballen en oksels inspecteert, kan Sanne overigens niet verklaren. "Dat zal ook iets met dierlijk instinct te maken hebben."